Reportages
Op 7 oktober 2017 was het vijf jaar geleden dat Ivo Michiels overleed. Lars Bernaerts en Sigrid Bouset vroegen aan acht auteurs en aan zijn echtgenote om hun geliefde auteur sprekend in leven te houden.
Op zondag 8 oktober om 11 u. werd dit huldenummer van DW B ...
De ontsnapping
I
Het is tijd.
Wanneer ik de deur achter me dichttrek, zal ik rustig ademhalen en erop letten dat mijn schouders ontspannen blijven. Ik zal het onkruid tussen de stoeptegels voor mijn huis opmerken, de gekartelde blaadjes en stengels in de spleten van het beton. Het is belangrijk dat ik alles aandachtig op me af laat komen. En ook heerlijk onbelangrijk. Ik zal de nieuwe stukken in het asfalt van onze straat zien, als de lappen op een armoedige broek, en achter me de luide stemmen van de bouwvakkers horen in een taal die ik niet ken (een van hen opent misschien net de plastic deur van het mobiele toilet, met dat idiote hartje geschilderd op de plaats waar vroeger het hout uitgesneden was). Ik zal de hoek omslaan, de kat met de paarse halsband op zijn vaste vensterbank zien zitten, opnieuw een hoek omslaan en mijn aloude route naar het centrum nemen. Ik bekijk zoals altijd de schikking in de etalage van de parfumerie, daarna steek ik op het gehoor schuin de straat over om een blik te werpen op de pennen en de schriften achter het raam van de kantoorboekhandel. Als ik al die vullingen kon ledigen, al die lege bladzijden kon vullen, ja dan zou mijn leven niet slecht besteed zijn. Hoe heette ook alweer die schrijver die zo schrijfziek was dat hij tijdens zijn wandelingen zelfs met een krijtje op de muren schreef? De pornograaf. Restif de La Bretonne.
Dan volgen de onbestemde huizen met eeuwige verbouwingen en zes deurbellen, het nu al bijna een jaar gesloten koffiezaakje, het almaar groezeliger pand van de boekhandel waar ik mijn bestellingen plaats. Kruispunt. Rood licht. Ik kijk naar de industri??le bakkerij die ik vermijd omdat de vrouwen altijd op bitse toon eisen dat klanten met gepast geld betalen, de deur van het magazijn staat open, een jongeman duwt een kar met broden en gebak naar binnen. Het meisje aan de overkant draagt cognackleurige laarzen en een schoudertas voor boeken in dezelfde kleur. Jammer van haar slecht zittende overjas. Kijk ik naar links, dan zie ik de oude muren en het smeedijzeren hekwerk van het seminarie. Daar zal binnen enkele weken de magnolia bloeien en anderhalve maand later de blauweregen, met al zijn tussen de spijlen kronkelende takken. Kijk ik naar rechts, dan kijk ik tot aan de rand van de stad, tot aan het station. Er wandelen al heel wat studenten die kant uit, met hun koffers op wieltjes ratelend achter zich aan. Het licht springt op groen, ik kruis de cognackleurige accessoires en de oude man in hoed, overjas, pyjama en pantoffels, die zijn dagelijkse praatje is gaan halen in de krantenwinkel.
Ik moet oppassen dat mijn gedachten niet afdwalen en de overhand krijgen, dat ik niet automatisch doorloop zonder iets te zien. Even verderop ligt de straat opgebroken, dan moet ik af en toe wel naar beneden kijken om niet te struikelen, voordat ik het weet ben ik alweer aan het staren naar de punten van mijn schoenen. Daar is het filosofisch instituut, de gevel een baken in neogotisch hout, een indrukwekkende boom erbij, judaspenning? Bestudeer de kale takken, van twijg tot twijg, kijk dan weer naar het geheel. Op het domein staat ook een oude magnolia, ooit zag ik de bloeiende kelken gevuld met sneeuw. Daar is broodjeszaak ???t Vluggertje, daar is de messenwinkel met vergulde scharen en zakmessen met heften in olijvenhout, notenhout, buxushout, appelhout, iepenhout, het eikenhout van wijnvaten.
Het vervolg van deze tekst lees je in de papieren versie van DW B 2015 2.