Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Mysterieschool

Verschenen in: Robert Devriendt. Sc??nes


Dit meisje is open gelijk een mond. Haar tong oogt vochtig. Haar ogen richten zich op iemand hoger. Haar rechteroor torst een oorbel van formaat. Wie weet gaat haar tongpunt in de loop van het pistool dat op haar onderlip rust. Wie weet ook niet. Wie weet deinst haar tong juist terug. En achter die twijfel ??? wil ze nu of niet ??? gaat een geheim schuil. Het vergt precisie. Het vergt een trefzeker penseel.

Het maakte hem gek.

Het maakte Jeroen Olyslaegers, een charlatan in de wereld van de kunsten, hij die nog steeds geteisterd werd door de puberale angst ooit voor de ogen van een ieder te worden ontmaskerd, dol. Zijn schrijftafel was een puinhoop. Onbetaalde rekeningen, buitgemaakte en nu scheefgezakte boeken, verfrommelde papieren zakdoeken, lege pakjes sigaretten en blikjes bier waarvan de opening ontsierd werd door as en peuken, waren alom aanwezig. En op die stapel lag een kopie van dat schilderijtje met dat eeuwig weifelende meisje. Het lag meer bepaald te rusten op een ouderwetse telefoon die zelden nog geluid maakte, een in bakeliet. Twee strepen zonlicht deden het papier glanzen. Het heeft dagen geduurd vooraleer een erotische koorts, door het schilderijtje opgewekt, zich tot een zacht spinnende kat liet temmen in de tuin van zijn verbeelding. Maar toen die hitte zich eenmaal tot een aanvaardbaar niveau liet verleiden, kwam een andere koorts opzetten. Het geheim. H??t geheim. Elk goed kunstwerk herbergt er een, zo had hij zich al wel eens laten ontvallen. Meestal uitte hij zulks in een kroeg, soms al wel eens in een leslokaal, met hem, de komediant, als gastdocent. Je zegt dat immers niet zomaar; je zorgt ervoor dat je zeker weet dat geen van de mogelijke omstaanders zulke gevleugelde woorden in twijfel trekt. Want de minste kanttekening doet de zeepbel uit elkaar spatten van wat kunst vermag of kan verbergen. Vroeger was het simpel. Vroeger was het leven van vader een geheim waarvan de opgroeiende charlatan toen meende te weten dat het niet mocht worden onderzocht, laat staan: onthuld. Maar toen hij zelf vader werd en bij de bevalling de met bloed en slijmen ingesmeerde klomp tot zijn zoon uitriep (en daarbij plots wist wat horror betekende) werd zijn kwetsbaarheid geboren en daarbij de neiging om geen geheim nog met rust te laten. Alles diende te worden onthuld. Het was slechts een kwestie van tijd. Alsook dit schilderijtje, gemaakt door een kunstenaar die zich schuilhield onder de naam Robert Devriendt.
        Geen kunstenaar die zijn naam waardig is, geeft dat geheim zomaar prijs. Weer iets voor aan de tapkast, maar alsnog klopte het wel. Want ook Jeroen Olyslaegers beschouwde zich als een van hen, als een van die types die geheimen op de wereld los liet, raadsels die niet zomaar konden worden ontmand door een gewone vraag van een ge??nteresseerde. Het was waar dat zo???n vraag alsnog niet aan hem zelf was gesteld. In het diepste van de nacht kon hij daar al wel eens wakker van liggen omdat hij het tijdens momenten van grote twijfel achtte als een teken van gebrek aan belangstelling. Het feit dat dit schilderijtje hem woest maakte had allicht ook daarmee te maken. Want de dorst te willen weten wat voor geheim genaamde Robert Devriendt hiermede opriep, kon allicht niet worden losgemaakt van de sensatie een toeschouwer te blijven die ook zelf zulke emoties wilde oproepen bij zijn publiek. Helaas diende Jeroen Olyslaegers zich te behelpen met letters en woorden wat qua suggereren van geheimen minder leek te werken dan het gebruik van verf en een penseel.
        Er begon een plan te rijpen. ???Het oeuvre van Robert Devriendt oogt als een film???, zo kreeg Olyslaegers hier en daar te lezen. Deze prent, dit werk van vele schilderijen, was weelderig in het gebruik van personages, van wie sommigen in levenden lijve bleken te hebben geposeerd voor de kunstenaar. De charlatan herkende meteen enkelen van hen die zich net zoals hij hadden toegewijd aan de wereld van de letteren. In dit kleine land, vol onzichtbare netwerken, verbindingen en tussendoortjes, bevolkt door lieden die elkaar besnuffeld
en op recepties, vernissages en premi??res, waar er geen behoefte was aan de facteurgod Hermes om een en ander door te brieven, was het zonneklaar wat de charlatan te doen stond. Hij zou zich laten uitnodigen om ook eens te poseren voor kunstenaar Devriendt. In zijn verbeelding hapte de kunstenaar al meteen toe. Deze man zou zwichten voor de leeuwenmanen van de charlatan, desnoods voor diens aparte kledingkeuze waarbij hij zich goedschiks of kwaadschiks de gedaante van een sjamaan in een ontzielde tijd aanmat. Maar een directe vraag was uit den boze. Er heerste een ongeschreven verbod in datzelfde kleine land, waar strategisch stilzwijgen of discreet gedrag werd voorgeschreven, om zich zomaar aan te bieden. Vragers werden meteen klagers of herleid tot zeurende sycofanten die hun mogelijke rol in wat voor kunstwerk ook hiermee meteen in rook zagen opgaan. Listigheid, ook al zou die achteraf worden onthuld, werd alom gewaardeerd. De fabeldieren die Devriendt vereeuwigde kwamen rechtstreeks uit het onderbewuste dat binnen deze landsgrenzen heerste. Er werd gesuggereerd, getoond zonder helemaal te tonen, gebloemleesd uit duistere gevoelens. Een man die zoiets vervaardigde, sprak je niet zomaar aan. Men diende zich te laten opmerken, discreet en in den duik.
        En zo geschiedde dat Jeroen Olyslaegers zich enkele maanden liet opmerken op plekken waar de schilder Robert Devriendt zich meestal ophield. De charlatan diende zijn gevoelens onder controle te houden, als een jager die zich als prooi tentoonstelde. Enkele keren diende hij een ontluikend gevoel van vernedering weg te spoelen toen andermaal bleek dat de kunstenaar geen oog voor hem had gehad. Een aangepaste strategie bleek aangewezen. De charlatan zocht nauwkeurig enkele lieden uit wat hij meende de entourage van de kunstenaar te zijn en ???versprak??? zich daarbij een paar keer hoe erg hij het werk van hem bewonderde. Op een avond tijdens een vernissage in de kuststreek was het zover. Een zwierig uitziende Devriendt verzocht de charlatan plots om zijn telefoonnummer. ???U hebt een markante kop???, liet hij zich daarbij ontvallen. Uiteraard leek Olyslaegers uit de lucht te vallen, aanvaardde daarbij rustig het compliment en gaf, na wat gespeelde aarzeling, zijn gegevens door.
        Die nacht keek de komediant nog eens naar het schilderijtje dat zoveel onrust bij hem teweeg had gebracht. Het oogde nu als een belofte, een waar portaal dat zich net voor hem geopend had.
        Er ging een maand voorbij zonder telefoontje of mailbericht ???
        Een zomermaand die, ergerlijk genoeg en al was het afgesproken, vrijwel leeg oogde op het gebied van mogelijke vernissages of andere plekken waar een jager zich nogmaals als prooi zou kunnen prostitueren. Wie weet had de magi??r de gegevens van de charlatan al te achteloos opgeborgen. Wie weet had hij, nog erger, toch iets in zijn blik gelezen, een veel te slordig gemaskeerd verlangen, dat zijn aanvankelijk enthousiasme wat getemperd had, als een vos die net op het laatste nippertje terugdeinsde voor een mals stukje vlees waaronder hij een klem vermoedde. En ondertussen bleef dat geschilderd meisje ogen als een mond waar na verloop van tijd de tot wanhoop gedreven charlatan wat spot rond de mondhoeken zag verschijnen en haar tong zich definitief terugtrok van de pistoolloop als een geheim dat zich helemaal liet oplossen in de nevelen van de onwetendheid.
        Uiteindelijk werd de charlatan dan toch uit zijn mis??re geholpen door een kort mailbericht waarin plaats en tijd werden opgegeven en dat zichzelf liet eindigen met een ???gr??? als groet waaronder: Robert. ???Het zal mij een eer wezen???, kreeg de kunstenaar van de charlatan als antwoord toegezonden. En daar was geen woord van gelogen, want het lange wachten had het geheim toch wat teruggedrongen waarvoor in de plaats een korzelig respect was gekomen voor de koelbloedigheid, het trefzeker meesterschap waarmee deze kunstenaar zich verhield ten opzichte van zijn modellen. Een heerser bleek hij, en de charlatan was moegestreden. Geen jager als prooi restte hem nog. De voorbije tijd had hem tot louter prooi gemasseerd.
        Hij had een fles wijn van een merkwaardig jaar als geschenk meegenomen. ???Een kleinigheidje uit de familiekelder???: zo beantwoordde hij de klaarblijkelijk oprecht dankbare kunstenaar in de gang van diens atelier en de charlatan hoopte hiermee zelf wat aristocratisch mysterie op te roepen, want nee, zijn familie had uiteraard geen wijnkelder en het vermoeden tot een of andere aristocratie te behoren zou zijn familieleden in schaterlachen hebben doen uitbarsten. Het atelier bleek overigens een bescheiden arbeidershuisje in een stad die zichzelf hardnekkig ensceneerde als een relict uit de middeleeuwen. Devriendt, een naam die steeds meer toepasselijk werd, toonde zich een bevlogen gastheer, een tikkeltje nerveus allicht, maar zo???n sluimerende gejaagdheid was ook voor de charlatan herkenbaar. Dra zou immers het cre??ren een aanvang nemen, dat bij Olyslaegers voornamelijk bestond uit het uitzoeken van het betere rookmateriaal, een streepje stimulerende muziek en het kraken der vingergewrichten alvorens aan de slag te gaan, op woorden- en gedachtejacht. ???Zo is het perfect,??? liet Devriendt weten toen hij ietwat verontschuldigend met een kennersblik over zijn nieuwe model ging, ???laten we de trap maar opgaan???.
        De kale witte kamer boven herbergde rommel. Enkele elementen had de charlatan al eerder opgemerkt uit het werk van Devriendt. Onder wat papieren op een werktafel stak de kolf van allicht hetzelfde pistool dat zo???n belangrijke rol speelde in dat vervloekte schilderijtje. Maar er waren ook doeken, een uitgezakte sofa en een zeer eenvoudige stoel waarop Olyslaegers werd verzocht plaats te nemen.
        Een mysterie blijft onuitgesproken. Het vergt een inwijding die je enkel kan voelen en daardoor voor anderen, niet-ingewijden, afgesloten blijft, omdat woorden tekortschieten, tot een andere dimensie behoren, falen als instrumenten van kennisoverdracht. Ergens in zijn blik, zo had de charlatan zich al eerder verbeeld, diende men het geheim van de kunstenaar te ontdekken. Devriendt toonde zich daarin zeer open. Er viel van alles in te lezen terwijl de prooi door diezelfde blik gemonsterd werd. Er ontstond een connectie, zo juichte de ziel van de charlatan. Het signaal was nog diffuus, maar wat hij in de kunstenaarsogen las was, samen met de om zich heen grijpende enscenering, een belofte dat alles dra zou stollen tot inzicht, tot de sleutel van het mysterie. ???Ik ga u fotograferen???, sprak Devriendt uiteindelijk en er golfde wat begeerte naar bezit door zijn woorden. De positie op de stoel werd ontoereikend geacht. Beter was het, zo bleek, halvelings plaats te nemen op de uitgezakte sofa. De rechterarm van de charlatan werd door de kunstenaarshand tot uitstrekken gedwongen, een linkerschouder zacht naar achter geduwd. Door het oog van de camera controleerde Devriendt zijn compositie. Ergens, zonder er een woord aan te wijden, spookte ontevredenheid. Het hoofd van de charlatan diende wat meer voorover te buigen. Nee, ook dat bleek ontoereikend. De kunstenaar zuchtte en keek rond in de kamer. Uiteindelijk bood hij, ietwat verontschuldigend, een smalle doek aan met het verzoek dit voor zijn ogen te binden. Weg was de connectie. Nadat de charlatan zich verplicht voelde op de vraag in te gaan en zichzelf zo tijdelijk het voor hem essenti??le zicht ontnam, hoorde hij slechts discreet geklik dat eindigde met een tevreden zucht van de kunstenaar.
        Het was voorbij.
        Wanhoop.
        Dood.
        Het niets.
        En daar prijkte hij, maanden later, gemaskerd door een blinddoek, aan een tentoonstellingsmuur. De charlatan had een rustig moment van de dag uitgekozen om zichzelf tussen talloze andere schilderijtjes te bekijken. Hij dwaalde van het ene naar het andere, zag de film van binnenuit, werd zelf onherroepelijk deel van het geheim dat deze schrijver vanaf nu nooit meer zou kunnen ontfutselen van de kunstenaar geheten Robert Devriendt. Het meisje was er ook, haar tong nog altijd vochtig.