Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Words? Music? No: it's what's behind.

Auteur: Sven Vitse

 

Ulysses, elfde hoofdstuk: ???Sirens???. In de bar van een Dublins hotel zit Leopold Bloom te filosoferen over muziek. Op de achtergrond wordt vrolijk gezongen en achter de tapkranen lokken de lokale sirenen het manvolk met klakkende jarretelles. Een na een wandelen de passanten de bar binnen om hun stem toe te voegen aan de kakofone canon.

I wrote this chapter with the technical resources of music.
It???s a fugue with all technical notations: piano, forte, rallentando and so on.

Deze opmerking van James Joyce inspireerde een koor van commentatoren tot analyses van de muzikale structuur van het hoofdstuk ???Sirens???. Maar wat zit er nu eigenlijk behind, wat zit er achter de woorden en de muziek? ???Thou lost one, all songs on that theme.??? 
        De modernistische literatuur is een dankbaar werkterrein voor muzikaal ge??nspireerde commentatoren. Terwijl vele beeldend kunstenaars en componisten zoeken naar het specifieke van hun medium en de literatuur in haar visuele en muzikale flank bedreigd wordt door nieuwe technologie??n als de film en de grammofoon, radicaliseert de literatuur haar experimenten met klank en beeld. Een klassieker uit de Vlaamse literatuur is Maurice Gilliams??? roman Elias of het gevecht met de nachtegalen, waarin de auteur zelf ??? en velen met hem ??? een sonatevorm herkende. In een verhaal waarin geen noot weerklinkt, is het precies die muzikale vorm die Elias??? verlangen naar bevrijding woordloos uitdrukt.
        Canon, fuga, sonate. En wat te denken van seri??le of zelfs postseri??le compositietechnieken in het proza van naoorlogse avant-gardisten als Ivo Michiels en Mark Insingel? En van freejazz in het werk van Willy Roggeman, Stefan Hertmans en J.M.H. Berckmans? Verheven tot koningin der kunsten door de romantiek blijft de muziek tot op vandaag ??? hoe groot ook de impact van digitale technologie op haar productie en distributie ??? de kunst van de suggestie, van de unieke gebeurtenis, en van de versmelting van lichaam en geest, van individu en gemeenschap. Of in elk geval van het verlangen daarnaar. Dat verlangen blijft schrijvers aansporen de taal te verkennen en critici verleiden de metataal op te rekken. De arbeid van die laatsten leidt niet zelden, in de woorden van Steven Paul Scher, tot ???terminological chaos??? en ???often highly idiosyncratic borrowings from a vocabulary which properly belongs to musical analysis???. Het zij zo. It???s what???s behind.
        Dit nummer van DW B heeft niet de pretentie het gekrakeel over de muzikaliteit van literatuur en van haar interpretaties tot een galmend orgelpunt te brengen. Het laat schrijvers, dichters en essayisten aan het woord over hun relatie met muziek en over de klanken die zij van de pagina???s horen opstijgen. Welke rol spelen muzikale bronnen en technieken in hun literaire werk? Hoe zijn verwijzingen naar klassieke muziek en popmuziek in proza en po??zie te duiden? Welke plaats krijgt het woord in muziek en muziektheater? En hoe werkt het in de praktijk: hoe springen verhalen, gedichten en essays om met de steeds wijkende intermedial gap die alle pogingen tot dichten ten spijt tussen literatuur en muziek blijft gapen? Vele uiteenlopende vragen, in de hoop iets van de promiscue diversiteit in de amourettes tussen woord en klank te betrappen.
        Aan de auteurs werd gevraagd om naar eigen inzicht en voorkeur, in de vorm van een verhaal, een gedicht of een essay op die vragen te reageren. Het resultaat, in al zijn verscheidenheid van stijlen en onderwerpen, verraadt een grondstemming van reikhalzend uitkijken. De ontijdig gestorven dichter en essayist Jeroen Mettes verweet zijn cultuur en samenleving een ???fundamenteel gebrek aan verlangen???. Als deze diagnose juist is, dan lijkt in elk geval in en via de muziek iets van dat verlangen te blijven borrelen.
        Dat dit verlangen moeilijk van wanhoop te onderscheiden is, blijkt al uit ???Middenklasse (rag)??? van Geert Buelens: ???We klampen ons vast / aan elke wielklem die op ons pad / komt als gelegen???. Andersoortig gesmacht van de middenklasse overstemt de liaison van Sven Vitse met Multatuli???s Minnebrieven, volgens velen het meest merkwaardige boek van Nederlands grootste schrijver. Een boek dat zich in elk geval in het hoofd van deze lezer moeiteloos met muzikale herinneringen en sentimenten vermengt.
        Bart Vervaeck bespreekt het Orpheusmotief in De weldoener van P.F. Thom??se, een roman over de laatste dagen van componist Sierk Wolffensberger. De muziek, aldus Vervaeck, is bij uitstek ???de kunst van het verdwijnen???, zij heeft als kunstvorm het vermogen op te roepen ???wat in de onderwereld terechtgekomen is???. De aantrekkingskracht van de muziek, zo suggereert de roman van Thom??se, schuilt in haar vermogen het oeroude verlangen te bevredigen het eindeloos herhaalde als voor het eerst te beleven.
        De spanning tussen heden en verleden staat ook centraal in het kritische essay van Katherina Lindekens over de hedendaagse opvoeringspraktijk van het Britse vroegmoderne muziektheater. Lindekens kijkt alvast reikhalzend uit naar producties waarin het unieke samenspel van woord en muziek in dit repertoire ten volle tot zijn recht komt. 
        Lucas H??sgen, in wiens prozadebuut Zeehond in wormgat (1992) al de verwijzingen naar Charles Ives en Arnold Sch??nberg opvielen, neemt de lezer mee in zijn muzikale ontwikkeling en relativeert tegelijk het belang van muzikale bronnen voor zijn proza. Hoewel dat muzikale parcours grillig en grensoverschrijdend was, meent H??sgen de grondtoon van zijn muzikale herinneringen te kunnen aanwijzen: het Eurovisielied ???L???amour s???en va??? van Fran??oise Hardy. H??sgen komt niet alleen: hij vertaalt voor deze aflevering een prikkelende tekst van de jonge Oostenrijkse auteur Thomas Stangl. Met zijn Nederlandse vertaler, zo blijkt, deelt Stangl een bijzondere belangstelling voor punk en noise, en voor de anarchistische geest en het subversieve streven die deze muziekgenres uitdrukken.
        Dat het verlangen naar een ander heden zich niet louter in gitaargeweld uitdrukt, blijkt uit de bijdrage van Samuel Vriezen, die hier in de eerste plaats als componist spreekt. In ???Hedens??? verklaart hij zijn keuze voor een motto van J.G. Ballard bij zijn compositie Toccata III: in een tijd van strakgetrokken ideologie??n kunnen muziek en literatuur ???een andere beleving van het heden??? mogelijk maken, ???een heden dat uitnodigt tot anders handelen???.
        Een soortgelijke politieke dimensie heeft de elektronische dansmuziek in de romans van Jeroen van Rooij, die Hans Demeyer in verband brengt met de po??tica van popmuzikant John Maus. Deze laatste geeft de clich??matige taal van de popmuziek een utopische kracht, vanuit het geloof dat muziek ???de plaats is waar we de bestaande condities kunnen verstoren en waar iets nieuws, een ???waarheid???, kan ontstaan???. In een multimediale samenwerking verkennen Jeroen van Rooij en Hendrekien Marieke Wesselink
vervolgens het repetitieve karakter van pop en techno in een reeks beeldgedichten.
        Ten slotte brengt deze focus op literatuur en muziek het DW B-debuut van Ay Mey Lie. Hetzelfde verlangen naar bevrijding en muzikale gemeenschap dat vele bijdragen in dit nummer typeert, weerklinkt op een heel eigen toon in het sprankelende verhaal ???Op zoek naar het ongemak???. Een wandeling in Tokio leidt via een Japanse persing van het debuut van saxofonist Albert Ayler naar de podia waarop het kruim van de hedendaagse improvisatiemuziek verzamelt. Een ontdekking.
        Verlangen, kortom, is what???s behind.