Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Gegroet, goede lezer

Verschenen in: De verwondering

Gegroet, goede lezer


79 Laat Nepheg feestvieren met Cenchris die de gevlekte slang is.
79
Want ik zegen God in de bibliotheken van de geleerden en voor alle boekverkopers in de wereld.


80 Laat Japhia feestvieren met Buteo die drie teelballen heeft.
80
Want ik zegen God in de kracht van mijn lenden en voor de stem die hij welluidend heeft gemaakt.



Christopher Smart schreef
deze (door ons vertaalde) woorden in Jubilate Agno, zijn ode aan de verwondering, toen hij opgesloten zat in het Londense krankzinnigengesticht, van 1759 tot 1763. Hij werd uiteindelijk ongeneeslijk ziek verklaard en vrijgelaten, om hartstochtelijk te blijven zingen van verwondering over alles: zijn kat Jeoffrey, hagedissen, Moses, de psalmen van David, walvissen ???getooid in zalig blauw ... een combinatie van omvang en activiteit???. Smart wist zelf: ???Ik heb een groter bereik zowel qua vrolijkheid als qua melancholie dan gelijk wie.??? Ook wij kunnen in deze aflevering onze verwondering niet binnen de perken houden, met vrolijke zwartgalligheid en bitterzoete dwangmatigheid. We converseren, duelleren, dansen tango???s en zingen in duetten. Waar er verwondering is, luiden er vragen, kaatsen echo???s, zegt de ene iets, en gaat de andere erop in ??? of maakt een kwartdraai, verschuift het perspectief en wakkert de verwondering verder aan. Hier volgen onze symfonische modulaties, onze dynamische symmetrie, zoals dat alleen in een boek als het onderhavige kan, in de ruimte van een literair tijdschrift: een intens samenvloeien van stemmen.

      
Verwondering is complex en dubbelzinnig, meeslepend, onweerstaanbaar, eigenzinnig. Het gebeurt ergens tussenin, wanneer we overspoeld worden door wat we voelen van wat we nog niet helemaal gedacht hebben. De verwondering in deze aflevering kwam tot stand in dialogen langs de breuklijnen van de Stille Zuidzee, onderbroken en ja, ook gemotiveerd, door de aardbevingen in Sendai en Christchurch. Michael Palmer heeft het in ???The Danish Notebook??? over San Francisco, nog zo???n trillende stad: ???Seismologen en lezers van breuklijnen proberen de punten te verbinden, te bepalen waar en wanneer ???een gebeurtenis??? (zo heet dat) de volgende keer zal plaatsvinden.??? (123) En dat lukt voorlopig maar niet. Op de volgende pagina citeert hij Deleuze, omtrent het volgen van ???een boog die uiteindelijk geen raaklijn heeft???. (124) Op die boog trilt de verwondering. Voor Coleridge, in Aids to Reflection, is het een soort alfa en omega:

In Verwondering begon alle Filosofie: in Verwondering eindigt het: en Bewondering vult de tussenruimte. Maar de eerste Verwondering is de Nakomeling van Onwetendheid: de laatste is de Ouder van Aanbidding. De Eerste is de geboorte van onze kennis: de Laatste is de euthanasia of apotheose. (Aphorism IX, 236)

We beginnen bij het einde, het vreemdste, het finale. In ???Mooie doden??? kijken Jan Lauwereyns en Heidi Thomson samen, door de lens van Rachel Wu, naar wat we liever niet, en toch, zien. Thomson trekt deze lijn door naar de schrijnende, onverbiddelijke schoonheid van Favereys uiteenvallende gedichten in ???Sparagmos. Een po??tica van Hans Faverey???. Onze mythische voorvader Leo Vroman orakelt verder, van wat welhaast gene zijde moet zijn, zoals in het gedicht ???Moment en haar momenten???. Heidi Thomson reist mee door de hemel, langs de ware regenbogen. Daarbij trekt ze van leer tegen de teleologische, fragmentaire, sentimentele, bekrompen, plunderende en ronduit beledigende uitpersing van John Keats door Richard Dawkins. De adem wordt ons benomen, en zo blazen Jan Lauwereyns en Arnoud van Adrichem ???Het laatste restje zuurstof??? uit.
      
Maar de adem stopt niet, de inspiratie komt terug, ook als het ???Geen gedicht??? heet: het zuivere schrijven met licht van Erik Lindner, in woorden, en Ruth Verraes, door een camera. De inspiratie komt terug, of er wordt niet geleefd. Cirkelend rond deze waarheid van steen, onderzoekt Tom van de Voorde hoe het zuivere schrijven voorbij het licht gaat. Er wordt rakelings langs sentimentaliteit gescheerd, om te overleven, om levenslust uit verwondering te halen, argumenteert hij met de po??zie van Michael Palmer. ???Liedjes van Sarah???, een cyclus van Palmer, vertaald door Tom van de Voorde, biedt zich als bewijs. Alfred Schaffer beaamt, op geheel andere en toch dezelfde wijze, ten prooi aan een foto van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Guy Tillim. Zo bevindt ook Jan Lauwereyns zich ???In het veld???, hulpeloos levenslustig te midden van het hatelijke menselijke, het instinct om te moorden en te kwetsen, anderen of zichzelf.
      
Geleefd wordt er, desalniettemin, absurd, en toch, dankzij de verwondering. Heidi Thomson zet ??? op www.dwb.be ??? de dans verder, omtrent de verleidingen van boeken en bibliotheken, en de voorliefde van expats voor de bijzondere pijn van verhuizingen, en leidt zo Ruth Lightbourne in. Huub Beurskens neemt over in dioscurische vaart, vertrekkend bij een herlezing van Stefan Hertmans??? onuitblusbare Naar Merelbeke. Tom van de Voorde zet de eigen levenslust in gedichten om, met voorname rollen voor politiek en palmen. Arnoud van Adrichem blijkt ook weer adem gevonden te hebben en tapt een cyclus van tien gedichten uit de vinnige dromen van tieners. Door Van Adrichem verlaten zoekt Jan Lauwereyns maar een andere partner op: hij speelt trage pingpong, gebalanceerd en grillig, met Paul Bogaert. Maar het laatste woord is voor een ander duo. In ???Geen ademtocht verspild??? maken Richard Powers en Heidi Thomson een kleine wandeling, de ideale manier om de hersenen naar het hart te doen luisteren, de verwondering te bewonderen. Richard Powers gelooft: ???De verwondering moet weerstand bieden tegen de verbijsterende woekering van gegevens en die niet ervaren als een crisis, maar als een kans.??? Een gelegenheid zoals die van dit boek, dat voor ons ligt ??? klaar, gesproken, stil. De stilte die altijd voorafgaat, aan het lezen of het herlezen. De stilte van de merel, die is of zal komen:

Ik weet niet wat ik liever hoor:

De schoonheid van modulaties

Of de schoonheid van evocaties,

De merel als hij fluit

Of juist daarna.

 

(Wallace Stevens, Dertien wijzen om naar een merel te kijken, 2012, vertaling door Paul Claes)


Jan Lauwereyns & Heidi Thomson

Fukuoka en Wellington,
februari 2012


Bibliografie

Samuel Taylor Coleridge, Aids to Reflection. Routledge, London / Princeton, 1993.
Michael Palmer, Active Boundaries. Selected Essays and Talks. New Directions, New York, 2008.