Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Sleutels III. 'Een sneeuw ligt in den morgen vroeg' van J.H. Leopold

Auteur: Paul Claes


       Een sneeuw ligt in den morgen vroeg

       onder de muur aan, moe en goed
       beschut en een arm kind komt toe
       en staat en ziet en met zijn voet

       gaat het dan schrijven over dit
       prachtige vlak en schuifelt licht
       bezonnen en loopt door, zijn mond
       trilt in het donker klein gezicht.

      
J.H. Leopold


???Een sneeuw ligt in den morgen vroeg??? is het achtste en voorlaatste gedicht van de cyclus ???Verzen 1897???. Toen Leopold het beginvers schreef, bevroedde hij wel niet dat de eerste twee woorden zoveel geleerde inkt zouden laten vloeien.

       De Nederlandse lingu??sten A. Kraak & W.G. Klooster citeren ???Een sneeuw??? in hun Syntaxis als voorbeeld van een zogenaamde categoriefout: het lidwoord ???een??? kan volgens hen niet worden verbonden met het niet-telbare substantief ???sneeuw???. Mevrouw F. Balk-Smit Duyzentkunst, hoogleraar Nederlandse taalkunde in Amsterdam, wijdde in 1975 een heel artikel aan deze ???ongrammaticaliteit???. In een reactie wees Wiel Kusters erop dat Gerrit Achterberg dezelfde constructie gebruikt in zijn gedicht ???Ondertrouw???: ???Er is een sneeuw gevallen in de straat???. Wellicht ge??nspireerd door deze controverse gaf Willem Jan Otten een van zijn toneelstukken de titel ???Een sneeuw??? (1983).
       Waarom doet de verbinding ons zo vreemd aan? Het woord ???sneeuw??? is een van die substantieven die moderne grammatici als niet-telbaar bestempelen. Grosso modo gaat het om stofnamen: substantieven die iets aanduiden dat geen vaste grenzen heeft qua vorm en hoeveelheid, zoals lood, zijde, zand of sneeuw. Stofnamen hebben normaliter geen meervoud. Anders dan soortnamen kunnen ze niet verbonden worden met een onbepaald lidwoord of een telwoord.
       Soms worden dergelijke stofnamen toch als soortnaam gebruikt. Daarbij treedt een betekeniswijziging op: een water is een waterloop, een glas een glazen voorwerp, een papier een blad papier. Naar analogie van ???een regen??? (een hoeveelheid regen; een regenvlaag) zouden we ???een sneeuw??? als deel van een geheel kunnen opvatten, namelijk als een hoeveelheid sneeuw, een hoop sneeuw. Het enige probleem met die interpretatie is dat onze moderne woordenboeken het gebruik van ???sneeuw??? als soortnaam niet kennen.
       Mevrouw Balk-Smit Duyzentkunst tilt zwaar aan de ongrammaticaliteit van ???een sneeuw???. Voor haar is Leopolds paradoxale verbinding van een onbepaald lidwoord met een stofnaam ???niets meer of minder dan een existenti??le crisis???: ???een??? veronderstelt een ???gelokaliseerdheid in tijd en ruimte???, terwijl de stofnaam ???sneeuw??? die gelokaliseerdheid niet bezit. De taalkundige ontpopt zich zelfs tot een zielkundige als ze deze constructie symptomatisch vindt voor de psyche van de dichter. ???Bij mijn kennismaking van Leopold ontstond bij mij een gevoel dat ik als volgt verwoordde???, zo schrijft ze: ???Leopold moet iemand geweest zijn die bij het begroeten een slappe hand gaf.??? Lingu??stiek wordt zelfs een instrument voor een diagnose. Triomfantelijk spreekt de zoetwaterpsychologe over ???Impotentie en frustratie als taalkundig object???.


Lees meer in BabelGium.