Reportages
Op 7 oktober 2017 was het vijf jaar geleden dat Ivo Michiels overleed. Lars Bernaerts en Sigrid Bouset vroegen aan acht auteurs en aan zijn echtgenote om hun geliefde auteur sprekend in leven te houden.
Op zondag 8 oktober om 11 u. werd dit huldenummer van DW B ...
Gedroomde gesprekken
1. Boomklevers, zanglijsters, buizerds, eekhoorns, rennende ree??n en de Gordel van Orion flonkerend tussen de kale takken zijn allemaal prachtig, maar ik mis het keuvelen met mijn vrienden. Ik zou bij hen willen zitten en luisteren terwijl ze praten over muziek, over hun kinderen, over een instrument om zelf ravioli te maken, over een nieuw kledingstuk voor de lente, over gewoon verdriet. Ik zou zelf iets willen zeggen over de liedjes van Mumford & Sons, en over de kleding van de muzikanten. Het zou me plezier doen als ze dan wisten wat ik bedoelde.
2. Zoals de meeste mensen denk ik dat ik een grote mate van controle uitoefen over mijn leven. Wanneer ik rationeel zou beslissen dat mijn huidige levenswijze me niet meer bevalt, dan kan ik rationele maatregelen treffen, die tot een bekoorlijker bestaan zullen leiden. Een zoete illusie! Levens veranderen zelden door grootse, eenmalige, lucide beslissingen. Frivool vermaak, vrijblijvende voorkeuren, een koude tocht wanneer ik de deur open of een geur, de geur van aarde en gras in een saaie straat, zouden wel eens een even grote impact kunnen hebben als de wil. Het begon als zomaar iets, een spel. En nu kan ik misschien al niet meer zonder. Het mapje ???blogs??? in de lijst ???Favorieten??? op mijn computerscherm. Elke ochtend na het ontbijt klik ik de blogs aan van Andrea Eames, een Zimbabwaanse schrijfster van Engelse afkomst; van A., E., L. en S., hoogopgeleide Amerikaanse jonge vrouwen die op een filosofische manier hun kleerkast in kaart brengen; van Roz, een jong meisje dat delicate en intelligente berichten post over tweedehandskleding en de toestand van Engeland; van Florizelle, een mysterieuze vrouw die ik ervan verdenk een Belg te zijn en die meer dan wie ook begrijpt dat een blog een ideale combinatie kan bieden van woord en beeld: het meest uitgelezen beeld en een altijd boeiende tekst.
Ik ken deze mysterieuze vrouwen en ik ken hen niet. We praten nooit en toch wacht ik vol ongeduld op hun nieuwe berichten. Ondanks de teloorgang van de posterijen, van het briefgeheim en de kunst van het brieven schrijven, bevind ik me nu dagelijks in dezelfde situatie als mensen aan het begin van de twintigste eeuw, die van de ochtend- en avondpostbestelling de romantiek van hun dag verwachtten. Deze blogs zijn als kamers die ik kan betreden en waar ik regelmatig dingen aantref die me genoegen doen. Roz, die slechts tweemaal per week post, heeft haar vaste ???dagen???, zoals vroeger de dames met hun salons.
Dit kleine plezier leert me iets over mezelf. Ik hoef niet zo afstandelijk te zijn als ik ben. Ik zou contact kunnen leggen, door een bericht achter te laten. Misschien zou dat ook het beleefdste zijn, vermits ik toch gebruikmaak van een soort gastvrijheid. En deze dames verwijzen ook vaak naar hun persoonlijke internetcreatie als een middel om tot een gemeenschapje van gelijkgezinden te behoren, een soort virtuele vriendenkring. Waarom doe ik het dan niet?
3. ???Alleen in romans voeren mensen gesprekken???, noteerde Virginia Woolf in haar dagboek. Het is opvallend dat zelfs in haar meest klassieke roman, Night and Day (1919), mensen geen verhelderende en dramatisch doeltreffende uitleg aan elkaar geven, maar veeleer tegen elkaar stamelen, naast elkaar verklaringen afleggen, elkaar met woorden aftasten en elkaar verkeerd begrijpen. Ondanks dit alles communiceren ze en boeken ze iets wat je vooruitgang zou kunnen noemen, met als doel een grotere emotionele sereniteit en genegenheid. Het is mijns inziens een waarachtige aanpak, zelfs al is Woolf in dit boek een welwillende godin die de lotsbestemming van haar intelligente personages in goede banen leidt, op een manier die hun intelligentie niet beledigt. Ook die welwillendheid getuigt van haar originaliteit en kracht als romancier. Deze vrouw, die vaak wordt afgeschilderd als een tragisch slachtoffer van een hele catalogus aan ellende, beschouwde vreugde en geluk als de natuurlijke biotoop van de mens. Happiness isn???t strange.
Toch fascineerde welsprekendheid haar: samen met haar vrienden liet ze in 1921 een secretaresse achter een scherm notities maken van wat de beste raconteur uit haar kring, Desmond MacCarthy, vertelde tijdens een diner. Hoewel iedereen aan MacCarthy???s lippen hing en net zo genoot van zijn verhalen als altijd, bleek die opname achteraf niets dan half afgewerkte zinnen, niet uit de verf komende pointes en amper te volgen anekdotes te bevatten. Het voorval illustreert dat geliefde sprekers vaak helemaal niet zo welsprekend zijn, dat ze wellicht vooral goed kunnen improviseren in interactie met hun gesprekspartners en dat het helpt wanneer je hen ziet, niet alleen maar hoort.
???F.H. zei dat Oscar het meest uitmuntte als prater tijdens zijn laatste dagen in Parijs. Hij luisterde vijf of zes uur aan een stuk naar hem, en zei niets behalve ???Ga door, Oscar. Ga door.?????? Dit tekende de Britse schrijver Arnold Bennett in 1912 op in zijn dagboek. De Oscar waarvan sprake is uiteraard Oscar Wilde, boegbeeld van sprankelende geestigheid en retorisch vermogen. De houding van F.H. lijkt me typisch voor iedereen die een uitzonderlijk causeur ontmoet. Men verandert moeiteloos en gewillig in een luisteraar. De causeur zal zijn toehoorders wel uitnodigen om deel te nemen aan het gesprek; maar door een dergelijke gouden stroom aan welsprekendheid laten die zich het liefst gewoon bevloeien, als akkers naast de wassende Nijl.
Op de televisie hoort men getelefoneerde grappen die herinneren aan bonte avonden van de Chiro, op straat vangt men flarden op van gsm-gesprekken die men liever niet zou bijwonen, het parlement wordt bevolkt door partijslaven, niet door redenaars, acteurs verkiezen Verkavelingsvlaams als communicatiemiddel omdat ze hierin naar eigen zeggen het meest natuurlijk klinken (waarmee ze toegeven dat ze niet kunnen acteren). Mensen spreken zonder punten of komma???s of nemen niet de moeite een zin te voltooien. Behoort de kunst van het converseren tot het verleden, zoals kantklossen, borduren, tabak snuiven?
Aan het hof van de Franse keizer Napol??on III verscheen diens minnares, de comtesse de Castiglione, ooit in een jurk met doorschijnend bovenstuk. ???Pas op, Comtesse,??? sprak een hoveling, ???of alle mannen komen hier te strak in hun kleren te zitten.??? Wie meende dat een Frans hof wel een lustoord moest zijn voor verfijnde en interessante gesprekken, kan zich door deze anekdote laten onttoveren ??? men hoorde er dezelfde loze praatjes als in een havenkroeg. Zelfs al droeg de comtesse dan de naam van een schrijver die in de zestiende eeuw nog een boek met wijze, hoofse samenspraken over beschaafd gedrag had gepubliceerd. Baldassare Castiglione???s Het boek van de hoveling (1528) was gemodelleerd naar Plato???s Symposium en Cicero???s De Officiis. De schrijver herschiep weemoedig vier gesprekken in 1507, tussen de edelvrouwen, schrijvers en militairen van zijn geliefde Urbino. Het boek van de hoveling zou eeuwenlang een modelboek blijven voor beschaafd gedrag, uitgekristalliseerd in conversatie.
4. ???Vriendschappen gesloten tussen jonge vrouwen over de telefoon ??? uitsluitend. Ik ben hier meer dan ????n voorbeeld van tegengekomen. Ze appreci??ren elkaars stemtimbre en de dingen die ze zeggen. En de vriendschap groeit. Dan volgt een uitnodiging voor de thee of een andere maaltijd. ???Kom langs.??? ???Heel graag??? et cetera. Ik vraag me af wat de resultaten zijn. Maar dat hoor ik nooit. Deze methode van kameraadschap is bijzonder vreemd.??? Aldus opnieuw het dagboek van Arnold Bennett, 9 oktober 1924. De passage is treffend, omdat ze aangeeft dat nieuwe communicatiemiddelen altijd aanleiding hebben gegeven tot nieuwe menselijke omgangsvormen. Wij kunnen onszelf wel ver verheven voelen boven onze achterlijke, in dorpen gevangen grootouders, dankzij Facebook en Twitter, en zelfs gewagen van Facebookrevoluties in de Maghreb; maar mijn grootmoeder was vermoedelijk trotser op het feit dat haar vader de eerste telefoon in de verre omtrek had laten installeren dan ik ben op mijn (intussen ook alweer verouderende) iPhone, al gebruik ik die dan als telefoon, camera, fotodagboek, blocnote, gps, gevleugelde bode voor kleine tekstberichten en toegangspoort tot het internet.
Dat jonge vrouwen in het Londen van 1924 nieuwe vriendschappen ontwikkelden dankzij de telefoon, enkel op basis van wat ze hoorden, geeft eveneens te denken. Want vandaag is er iets gelijksoortigs gaande. Ik ervaar met name de blog, louter gericht op zichtbaarheid, als een zeer vrouwelijk genre, ik ontdek zelfs vormen van vrouwelijkheid waarvan ik me nooit eerder rekenschap gaf. Er zijn de mummy blogs, vaak zeurderige huisvrouwenpraatjes maar in de handen van goede schrijfsters ook bronnen van interessante en doorleefde beschouwingen over het moederschap. Het moet zijn dat romans, die de eerste decennia van mijn leven bepaalden, een mannelijker genre zijn, want nooit heb ik er veel aandacht voor en inzicht in dit deel van de menselijke ervaring aangetroffen. Voorts zie ik jonge vrouwen op gesofisticeerde wijze spelen met kleding, mode en stijl. Sommigen posten elke dag een foto van zichzelf in een andere outfit: enerzijds exhibitionisme/voyeurisme en misschien decadente westerse weelde, anderzijds eindeloos fascinerend. Uiteraard vindt hier ook sociale scheiding plaats: mijn voorkeur gaat steeds weer uit naar meisjes of vrouwen die niet alleen goede beelden kunnen vervaardigen, maar ook mooie en correcte teksten (niet te geloven hoeveel spelfouten ook goed opgeleide Fran??aises schrijven). Tonen ze kleding en accessoires van hoge kwaliteit, des te beter. Nooit had ik kunnen voorzien dat ik op deze intense internationale wijze zou genieten van andervrouws stijl en vindingrijkheid. Om blogster Eleonore Bridge te citeren, ongerust over beschuldigingen van oppervlakkigheid en narcisme: ???On vit une dr??le d?????poque, non???? Nieuwe communicatievormen cre??ren nog steeds geen talent. Ze kunnen het wel wekken en zich laten ontplooien.
5. Blogs hebben mijn plezier in het flaneren vertienvoudigd, niet zozeer mijn plezier in conversatie. En dat plezier is mij ??? als gedreven luisteraar ??? dierbaar. Wanneer ik de hedendaagse incarnatie van Oscar Wilde, Stephen Fry, of de jonge Simon Amstell verbaal hoor schitteren, dan lijkt het leven mij acuut de moeite waard om te worden geleefd. Toch verkies ik op de wezenlijke ogenblikken gestamelde woorden, als bij wonder begrepen en als niets anders in staat om te bevrijden uit de slavernij van een vicieuze cirkel.