Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Anselm Glück: de grote monoloog van een versplinterd ik

Auteur: Daniel de Vin

Anselm Glück is voor de lezers van DW B geen onbekende meer: in 1996 (DW B 4) verscheen de Nederlandse vertaling van die letzte jahreszeit (heft 1) (Droschl, Graz/Wenen, 1995): ‘het laatste seizoen’. Het cahier combineert woord en beeld. Een jaar later verscheen een tweede cahier met daarin ook een bijdrage van kinderen.
       De beeldende kunsten spelen van bij het begin een essentiële rol in Glücks avant-gardistische literatuur. Zijn hele oeuvre kan als de grote monoloog van een versplinterd ik worden beschouwd dat in de taal een eigen universum opbouwt waaraan een permanente onrust ten grondslag ligt. Glücks taalkunst heeft immers vanuit een tegengestelde positie van de macht geen behoefte aan concurrerende zingeving. Anselm Glück is Anselm Glück. Voor de originele manier waarop hij ook zijn werk presenteert, werd hij in 2008 met de Prijs van de (zeven) Duitstalige Literatuurhuizen bekroond.
       Glücks meest recente boeken verschenen bij uitgeverij Jung und Jung in Salzburg/Wenen. Die Maske hinter dem Gesicht (2007, Het masker achter het gezicht) is een caleidoscopische roman die er eigenlijk geen is omdat een roman van Anselm Glück natuurlijk geen gewone roman is, het eerste deel bovendien van een geplande trilogie. Met Schatten abtasten (2009, Schaduwen aftasten), stelt Glück zichzelf op het eerste gezicht voor een onmogelijke opgave. Het boek telt 160 bladzijden. Op iedere pagina staat bovenaan de reproductie van een tekening of schilderij van Anselm Glück, in twee gevallen een foto, en onderaan telkens een tekst, geïnspireerd door bladzijden uit diverse soorten boeken. Het eerste van zes gedeeltes, dat hier integraal vertaald wordt, vertrekt vanuit een geïllustreerd knutselboek van Ulla Leippe, Was Kinder gerne basteln (Südwest Verlag, München, 1968) en heeft als titel ‘Aus unseren Einstieglöchern werden Fallgruben’ (‘Onze instapgaten worden valkuilen’). Andere ‘lanceerplatforms’ zijn bijvoorbeeld een boek van Glücks uitgever Jochen Jung, Ein dunkelblauer Schuhkarton (Een donkerblauwe schoendoos, Innsbruck, 2000) en het standaardwerk van Giorgio Vasari over Leonardo da Vinci (Das Leben des Leonardo da Vinci, Berlin, 2006).



In de centrale tekst over het schrijven neemt Anselm Glück bijna letterlijk over wat Ulla Leippe schrijft over het knutselen: ‘Knutselen is leuk en brengt zoveel verrassingen met zich mee!’ – en zoals in het woord vooraf van het knutselboek doet ook hij een warme oproep tot creativiteit. De klemtoon ligt op het zelf maken en op het spelkarakter. In het knutselboek staan uiteraard ook veel afbeeldingen, bijvoorbeeld van maskers of van figuren uit een poppentheater, van schaduwfiguren ook. Zoals de knutselaar brengt de kunstenaar zijn figuren tot leven. Hij is de schepper, de homo ludens, de bezieler.