Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Alsof mijn hersens naar zichzelf kijken

Verschenen in: Het lied & De wetten
Auteur: Leo Vroman

 

 

Alsof mijn hersens naar zichzelf kijken

 

 

 

 

Beste mensen,


Ja, ik wil wel meedoen, maar moet mijn antwoord als hard copy en waarom wachten tot 3 december? Tegen die tijd ben ik jullie vragen allang vergeten.

Warme groeten,

 

Leo Vroman
 

 


 

Geachte heer Vroman,

 

U mag onze vragen beantwoorden zo gauw u wil, en via de elektronische snelweg.

Persoonlijk had ik gehoopt op een kleine appendix bij Warm, rood, nat & lief, dat ik destijds met veel vreugde heb gelezen. Als motto voor ons nummer had ik een van uw verzen in gedachten:

 

Lieve trouwe werkelijkheid

die mij maakt en weer ontleedt

waar ik kant noch kern van weet

noch de ruimte van mijn tijd

 

Hartelijke groet,

 

Kamiel Vanhole

 

 

 

Hier zijn de vragen en antwoorden. Ok??? 

Warme groeten, Leo

Vindt u dat de wereld uiteindelijk een transformatie van de taal is?

Niks hoor, eerder andersom, maar wel geloof ik dat we de wereld, dus de werkelijkheid, helemaal verkeerd zien.

Hoe zou u de grenzen van uw vakgebied willen defini??ren?
 
Ik zie grenzen aan grenzen. Die van mijn eigen vakgebied zijn in de loop van de jaren nauwer en weer breder geworden, alsof het gebied ademt of hijgt. Het be??nvloeden van bloedplaatjes met een zogenaamd hormoon, toen het plakken van plaatjes, toen van prote??nen, en toen weer het be??nvloeden van het plakken van plaatjes, maar daarbuiten de grenzen van mijn begrip.

Waar zat u zelf laatst tegenaan te stoten?

Tegen de poot van het tafeltje van ons tv-toestel, maar voorts stoot ik nergens tegenaan. Is dat nodig? Ik ben waarschijnlijk te slap om mij te stoten en glibber graag overal om heen, behalve om Tineke. Stoten, het plotseling omzetten van kinetische energie naar wat vormloze warmte, vind ik verlies van tijd.

Is wetenschap altijd een vorm van patroonherkenning?

Nou nou, daarover moet ik misschien eerst eens les volgen in de leer van cognitie, bij Tineke. Ik neem aan, op het lekkere gevoel ervan afgaand, dat alles een vorm is van patroonherkenning, met inbegrip van de uiterste en desnoods onjuiste of ongefundeerde vorm van herkenning: het geloof dat alles samenhangt.
 
Wat is de drijfveer van uw wetenschappelijk werk en waarin verschilt die van uw literaire impulsen?

Nieuwsgierigheid naar samenhang in de buitenwereld die weinig verschilt van nieuwsgierigheid in mijn hersens over zichzelf als zogenaamde literaire impuls. Tineke en ik kwamen een keer langs een berm waar ongeveer twintig autobanden lagen en ze zei: ???Dat kan geen toeval zijn.???  Een andere keer, kijkend naar een ver en zwaar onweer, zei ze: ???Leo, dat is geen onweer.??? Twee gevallen waarin denken en gevoel, wetenschap en po??zie
samenhangen.

Waar zoekt u naar dat u niet in po??zie of roman kwijt kunt?

Ik raak altijd alles kwijt maar niet met opzet, en zoek overal dus naar.  Of tenminste, ik raak vaak een melodie niet kwijt, of het verdriet over de onrechtvaardigheid van natuur en mensen, maar voorts probeer ik niet iets kwijt te raken. Om minder flauw te zijn: de implicatie van je vraag is dat er een uniforme vorm van zoeken is die zich kan splitsen, en dat vind ik wel een leuk idee. Ik zoek zoals iedereen natuurlijk altijd naar een verband, misschien ook om zelf nergens verantwoordelijk voor te zijn.  Er is wel een gevoel van opluchting, geloof ik, zoals toen ik ontdekte dat er een opeenvolging van prote??nen aan een oppervlak bestond, of zoals wanneer ik besef dat een gedicht compleet is. Maar niet zo dat ik ooit mompelde: daar snap ik niets van, dus dan maar wetenschappelijk doen, of dan maar een gedicht maken.
Ik zeg trouwens vaak dat ik geen gedichten maak, ze zijn er al en ik probeer ze zo nauwkeurig mogelijk te reproduceren.
 
Wordt uw creatief werk be??nvloed door uw wetenschappelijke kennis of wordt u daar net door
gehinderd?

Om te beginnen zei ik daarnet al hoe ik zogenaamd creatief werk beschouw: meer alsof mijn hersens naar zichzelf kijken en proberen te begrijpen waar iets vandaan komt. Dat is dus eigenlijk een soort wetenschappelijk dichten. Ik blijf bioloog en word daardoor tegelijk verruimd en beperkt, hoewel ik niet precies begrijp wat ik daarmee bedoel. Vraag maar aan
Rutger.

 

 

 

Geachte heer Vroman, beste Leo,

 

Van harte dank voor de verhelderende antwoorden.

       Mijn eerste vraag was aanmatigend, vind ik nu: natuurlijk zal er ook zonder ons besef een werkelijkheid blijven bestaan. Alleen kan ik het me niet voorstellen, omdat er dan niemand meer is om zich wat dan ook voor te stellen, behalve die onafzienbare ademende werkelijkheid. Bovendien blijft de bijbelse opvatting dat alles uit de taal is komen tuimelen me fascineren. En ook alledaags stel ik vast dat de wereld zich uitbreidt zodra we er woorden voor gevonden hebben.

       Toen Anna zich bukte en vervolgens haar armpjes in de lucht gooide met de kreet: ???Ik heb twee sneeuwen!???, veranderde mijn werkelijkheid.

       Ik voel me ook nog eens gesterkt in die opvatting door de vraag die u zichzelf stelt in de slotbladzijden van Warm, rood, nat & lief:

       Ik begin mij af te vragen of de eiwitten waarmee we denken, en waarvan ook al allerlei ingewikkelde toestanden bekend zijn, of al die eiwitten, waarvan ik immers zei dat ze op woorden lijken, ons niet leiden of misleiden naar het idee dat we bestaan uit echte woorden, die op elkaar reageren, elkaar lezen, en zich neer laten schrijven op wat voor oppervlak ze maar kunnen vinden. Wie weet.

       Mij leidde een dergelijke visie algauw naar het idee dat grammatica aan de basis ligt van de wetenschappen, omdat ze de taal naar zichzelf leerde kijken. Vandaar mijn nogal ruime vraag naar patroonherkenning.

       Maar ik moet nederiger zijn tegenover de sprakeloosheid, u hebt gelijk.

       Niettemin is mijn nieuwsgierigheid gewekt door uw plotse opmerking dat we de werkelijkheid helemaal verkeerd zien, zodat ik me wel gedwongen voel een bijkomende vraag te stellen:

 

In welke zin zien we de werkelijkheid verkeerd? En kunnen we daar iets aan doen?

 

Vergeef me mijn weetgraagheid, maar dit intrigeert me.

Met blozende groet,

 

Kamiel

 

 

 

Beste Kamiel,


Dat waren allemaal goede vragen, vind ik.  Die eerste en nu die laatste kunnen het best samenhangen via die eiwitten als woorden, maar ik denk dat de ware werkelijkheid, als die echt anders is dan wat we kennen, niet is in te denken, ik hoop alleen nog mooier dan deze. Wie weet breekt men er nog eens doorheen!

 

Warme groeten,  Leo