Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De verpleining van boek en bibliotheek

Boeken hebben meer dan ooit de openbare ruimte bereikt. Wie leest, wil tegenwoordig ook vooral laten zien dat hij leest. Wereldwijd voeren internetters miljoenen boeken in op de sociale boekennetwerksite Librarything (www.librarything.com), op zoek naar soulmates voor de eigen bibliotheek. Bekende Vlamingen pronken ?? volont?? in allerhande rubrieken met wat hun al dan niet goed gevulde boekenplanken siert: het boek als cultureel ornament viert hoogtij. Bij de actie ???Boek zoekt lezer??? ligt het boek zelfs letterlijk op straat. In de luchthaventerminal van Zaventem en in metrostations in Santiago de Chile staan boekenautomaten, gevuld met hapklare pulp.
       
Leesclubs overal te lande verstouwen en masse boeken, onder het genot van een glaasje wijn en een borrelnootje, en met een boekenakela aan het hoofd. Ook literaire prijzen worden meer en meer publieksafhankelijk. Grote volksraadplegingen over het boek zijn intussen schering en inslag. Geen wonder dat leesclublezers bij literaire plebiscieten een substanti??le machtsfactor zijn geworden. Het huis van de moskee van Kader Abdolah werd zo eind 2007 tweede in de verkiezing van het beste Nederlandse boek aller tijden: spin de leesclubs, en je verovert de publieksprijzen.
       
In literaire jury???s gaan critici, academici en specialisten langzaam voor de bijl en worden ze vervangen door mediafiguren, occasionele lezers en, nou ja, mooie smoeltjes: bubbelgumzangeres Lily Allen werd in de jury van de Britse Orange Broadband Prize for Fiction opgenomen, tot ze vaststelde dat er wel degelijk een stapeltje romans diende gelezen te worden en ze gedeprimeerd het hazenpad koos.
       
En dan zwijgen we nog over die arme schrijvers: willens nillens worden ze weleens sandwichmannen van hun eigen penvoering. Hun interieur wordt gefotografeerd, hun restaurants worden met sterren bedeeld, van hun eerste schoentjes wordt het brons afgeschraapt. Van po??ten wordt zelfs verwacht dat ze jambisch naar het parlement komen. Of dat ze een ge??ngageerd stadsdichter zijn en daarbij om de haverklap feestelijk en vijfvoetig sonnetten declameren bij een tunnelopening of een rivieruitdieping. Tot op het punt waar ze, leeg van al die champagne en die evenementen, merken dat ze ook af en toe een boek moeten schrijven. De achtentachtigjarige Nobelprijswinnares Doris Lessing raakte zelfs totaal uitgeput van alle commotie en interviews na haar Zweedse lauwerkrans. Ze stopt met schrijven en maakte het nieuws bekend in ??? een interview.
       
Het lezen ??n het schrijven, ooit zo???n intieme bezigheid, moet mordicus gedeeld worden met het publiek: de ???verpleining??? van het boek is alomtegenwoordig.

En nergens is die ???verpleining??? zo prominent zichtbaar als in de bibliotheken. Wanneer je de literaire actualiteit een tijdlang op bibliotheekberichten filtert, dan tekent zich een vreemde paradox af. Bibliotheken lijken boeken meer en meer het dak boven het hoofd te moeten of willen ontzeggen. Overheden pogen deze cenakels van papieren erfgoed vooral met veel vuur het digitale tijdperk binnen te hijsen. Met dank aan het manna van Google Books, dat aan een duizelingwekkend tempo hun oude boeken online plaatst. Het gejubel over de toegankelijkheid van miljoenen boeken en de eindelijk grijpbare utopie van de wereldbibliotheek galmt luid. De bibliotheek moet dan ook de hort op. Sylvia van Peteghem van de Universiteitsbibliotheek Gent vatte het onlangs in Openbaar Kunstbezit Vlaanderen lapidair (en verre van onterecht) samen: ???Vroeger was je een goede bibliothecaris als je een boek kon aankopen, binnenkrijgen, een nummer geven, in de catalogus opnemen en ter beschikking stellen. Nu is er die hele digitale wereld bijgekomen. Je kunt niet langer in een ivoren toren blijven zitten.???
       
Er wordt, kortom, van de moderne bibliotheek verwacht dat ze heel wat meer doet dan boeken verzamelen, bewaren en uitlenen, wat onvermijdelijk zijn weerslag heeft op de architectuur ervan. Waar bibliotheken vroeger donkere, labyrintische krochten vol verrassingen waren, moeten ze nu het liefst ogen als futuristische winkelcentra: open, licht, toegankelijk, gestroomlijnd en groots. Maar de begrijpelijke hoerakreten van de noodzakelijke digitalisering zorgen ervoor dat de balans soms enigszins zoek is. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop danig gepimpte bibliotheken krampachtig naar een nieuw publiek hengelen. Het is bijna even potsierlijk als de zucht naar hogere kijkcijfers: het rentabiliteitsdenken neemt ongegeneerd de teugels over, ten koste van de argeloze lezer.
       
Zo riep de 
Britse minister van Cultuur Margaret Hodge in maart jongstleden de verzamelde bibliothecarissen van Londen op om hun boekenbewaarhuizen open te gooien voor de ???Googlegeneratie???. Ze suggereerde daarbij onder meer dat bibliotheken een vooruitgeschoven post kunnen oprichten in winkelcentra en treinstations. Regelmatige ontleners spiegelde ze een beloning voor met reis- of filmtickets. Het idee vond meteen weerklank in Nederland, waar een aantal stations in Zuid-Holland mogelijk voorzien zal worden van een kleine bibliotheek. De bibliotheekorganisatie richt zich daarbij op werknemers met lange werkdagen die ook in hun vrije tijd druk bezig zijn.
       
Hallucinanter is de saga van de British Library. In april klaagde een aantal Britse onderzoekers, schrijvers en academici over een dramatisch plaatsgebrek en over tergend lange wachttijden in de eerbiedwaardige bibliotheek. Tien jaar nadat de nieuwe British Library in Saint Pancras zijn deuren opende, krijgen de bibliotheekdirecteuren het verwijt dat ze hun bezoekersaantallen willen opvijzelen om fondsen te werven. Er zijn zowat 1.480 zitjes beschikbaar in de British Library, maar niettemin moeten auteurs soms wel eens in de vensterbank plaatsnemen, en komen researchers met horrorverhalen over het lawaai van giechelende schoolmeisjes. Ooit was de British Library bestemd voor gespecialiseerde lezers, maar nu is de toegang breed opengetrokken, zo breed kennelijk dat wie er niets te zoeken heeft het bibliotheekcomfort voor de echte vorser verpest. De British Library gaf schoorvoetend toe dat de directeurenperformance bonuses krijgen op basis van het aantal bezoekers.
       
In Washington DC zijn er plannen om de Martin Luther King Jr. Library, in de jaren 1960 ontworpen door Mies van der Rohe, af te breken. Een commissie vindt het gebouw uit de mode geraakt en ???compleet onaangepast aan de noden van het digitale tijdperk???. 
In de Salt Lake City Public Library, gebouwd door architect Moshe Safdie, is geen plaats meer voor een centrale leeszaal, maar wel voor een ???Urban Room??? met een stripwinkel, een deli en een bloemenwinkel.
       
Misschien wel de meest opvallende en bijna agressieve indicatie van de om zich heen grijpende verpleining kwam medio mei uit het Nederlandse Eindhoven. Daar zet de bibliotheek als nieuwste speerpunt een heuse marketingafdeling in. Onder de slogan Bieb me up ??? ja, u leest het goed ??? is ???verrijking van de klant??? het enige ordewoord. Het bijna tragikomische persbericht maakt op een stereotiepe manier komaf met de bibliotheektraditie: ???De klassieke bibliotheek als een plek waar rust en kalmte heersen, boeken vol wijsheid geduldig wachten en een humeurige dame met een knotje een uit te lenen boek afstempelt; het is verleden tijd. De bibliotheek anno 2008 is een "ontmoetingsplek", een onderneming die cursussen "???hoe word ik een model?" aanbiedt en een theater annex concertruimte heeft.??? En zie de website: ook een cursus tuinverzorging staat prominent in de etalage.
       
De Eindhovense bibliotheek moet evenmin nog weten van lezers die op eigen houtje iets ontdekken. De medewerkers worden getraind om op ???dolende klanten??? af te stappen. ???Zonder hijgerig bij mensen in de nek te hangen hoor. We willen beter inspelen op hun behoeften???, zo klinkt het in het Eindhovens Dagblad.
       
???Worden bibliotheken het nieuwe jachtterrein van managers? Gaan bibliotheken straks fuseren omdat grotere bedrijven hogere salarissen opleveren voor het management???? vroeg de website Boekendingen(www.boekendingen.nl) zich onlangs af.

Bibliotheken waren vroeger vaak alleen toegankelijk voor geleerden en hogepriesters, voor de machthebbers en de bewakers van het woord. De bibliotheek in Eco???s klassieker De naam van de roos was een labyrintisch schrijn waar alleen de ingewijden toegang toe verkregen, en je alleen nog buiten raakte met de hulp van een gespecialiseerde ???vergilius??? die zijn talen sprak. Naar die exclusiviteit terugverlangen is volkomen misplaatste nostalgie. Maar het contrast met de galopperende verpleining van naar nieuwe identiteiten zoekende bibliotheken, die soms hun basisfuncties uit het oog durven te verliezen, is wel heel schril.
       
De ronde leeszalen van vele Europese bibliotheken, zoals van wijlen de British Library en de Parijse Biblioth??que nationale, hadden een verstilde studieuze sfeer. Vrijwel elke lezer kreeg er zijn eigen lampje. Dit weerspiegelt het romantische beeld dat de negentiende-eeuwse, predigitale bibliotheekbouwer had. Het lezen is individueel, intiem en haast religieus. Het eenpersoonslampje zegt aan de buur dat hij in zijn eigen licht, in zijn eigen boek moet blijven, en gaf de lezer de kans op verlichting in de boze duisternis. Aan de muren stonden alle boeken die te lezen waren, gerangschikt als het panoramaschilderij van de wereld zelf. Het was een humanistisch, antropocentrisch en overzichtelijk idee. De lezer was het middelpunt van de rotonde. Nu zijn ze de artefacten van een voorgoed opgeborgen verleden.
       
De bibliotheek is vandaag architecturaal vaak een open en gestileerde ruimte waar je zomaar kunt binnenstappen, op zoek naar geestelijke verstrooiing. Er staan uiteraard nog boeken, maar ze worden langzaam verdrongen door beeldschermen. Je leent er meer en meer muziek en films of je gaat er internetten. Geen bruin hout meer of velijn, maar glas en beton. En vele tl-lampen. De illusie dat de mens centraal staat in die zee van kennis is opgeofferd: kijk maar naar de ontregelende foto???s van lege bibliotheken van Candida H??fer. Het overzicht moet je misschien tegenwoordig vooral thuis aanbrengen, vanachter je pc, surfend in de rijke, oneindige catalogi en glurend en bladerend in de gedigitaliseerde folianten.

Houden de bouwheren van de bibliotheken voldoende rekening met de innigheid en traagheid van het lezen? Is er niet iets fundamenteel tegenstrijdigs tussen de persoonlijke, intieme actie van het lezen van een boek en de bibliotheek als drukke agora en ???ontmoetingsplek??? die met steeds meer functies wordt opgezadeld? Je krijgt niet de indruk dat deze opengegooide bibliotheken een dam opwerpen tegen de ontlezing. Dragen ze ertoe bij om het boek te desacraliseren, hoe vernuftig hun architecturale spanwijdte ook wel mag zijn?
       
Bepaalde bibliotheken lijken in de eenentwintigste eeuw wel plaatsen waar boeken lezen ontmoedigd wordt. Het is er te kil, het licht is te hard, de plafonds zijn er te hoog, de bezoekers te luidruchtig, je voelt je er voortdurend bekeken. Virginia Woolf schreef in A Room of One???s Own(1929): ???De hele menselijke geest moet wijdopen liggen als hij het gevoel wil krijgen dat de schrijver zijn ervaringen volledig en exact verwoordt. Er moet sprake zijn van vrijheid, van rust en stilte. Er mag geen wiel knarsen, geen lichtje fonkelen. De gordijnen moeten volledig gesloten zijn.???
       
De Argentijnse ??berbibliofiel Alberto Manguel schrijft in De bibliotheek bij nacht dat ???de ruimte waarin men zijn boeken onderbrengt zijn relatie bepaalt met die boeken???. ???Men leest boeken, zittend in een cirkel, niet hetzelfde als in een vierkant, een vertrek met een laag plafond of in een ruimte met hoge hanenbalken. En de geestelijke atmosfeer die men al lezend cre??ert, [...] wordt bevestigd of verworpen door de fysieke ruimte van de bibliotheek, en wordt be??nvloed door de afstand van de planken, door de aanwezigheid van vele of juist weinige boeken, door hun geur en hoe ze aanvoelen, en door de variatie in licht en schaduw.???
       
???Tot op zekere hoogte is iedere bibliothecaris ook architect???, merkte Michel Melot op, directeur van de bibliotheek van het Centre Pompidou in Parijs. ???Hij bouwt zijn verzameling uit tot een geheel waarbinnen de lezer zijn weg moet vinden, zichzelf moet ontdekken, en kan leven.???
       
De intieme en individuele leesplek in het clair-obscur staat onder druk, maar ook de gedigitaliseerde bibliotheek mag haar verleden niet verloochenen. Laat ze daarom zowel (post)modern als postromantisch zijn: 
bibliotheken waar naast het raffinement en de weldaden van de technologie ook plaats blijft om te verdwalen, waar gordijnen hangen om af en toe te sluiten en geen wiel knarst. Zonder dat een afgerichte medewerker je in de nek komt hangen en je op het matje roept over de zogenaamde ongerichtheid van je slow reading. Het boek en de hypermoderne bibliotheek hebben weer nood aan minder ???plein??? en meersplendid isolation.