Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De kabbel

Verschenen in: DWB 161 / 5 / 8XF.B.-D.B.



???De melk was zuur en het was te donker buiten om de huisbaas te zien. Ik stond bij het raam, twee vingers tussen het gordijn, de lichten gedimd. We hadden twee maanden achterstallige huur. Zij was zich van geen kwaad bewust. Tegen alle verwachtingen in ademde veel nog steeds een laisser faire, laisser passer, le monde va de lui-m??me. Toepasselijk in de context. We bestonden en namen vrede met wie we waren geworden, ook al zouden we hier vooraf nooit voor hebben getekend. Had iemand ons dat toen maar kunnen zeggen, dat we altijd gedacht hadden meer te worden dan dat, daar, toen. Ah, de kabbel. De goeie ouwe kabbel.???

???De melk was zuur en het was te donker buiten om de huisbaas te zien. Ik stond bij het raam, verbeter me als ik me vergis, maar het was een weekdag. De afwezigheid van tumult wees erop dat het een weekdag moest zijn. Ze was vermagerd. Haar broek hing breed op haar heupen. Alsof ze zo dadelijk zou gaan verven. Ze ging niet verven. Ze keek sip en toch ook verwachtingsvol, of ik projecteerde iets soortgelijks op haar. Bestond er nog zoiets als een heiden en was ik dat, daar, toen, dan? Alle conclusies zouden pas na afloop worden getrokken. Zoals de fluo-oranje wedstrijdbal, gesigneerd door de voltallige A-kern daar, toen, dan, ook nog op de boekenkast lag. Omringd door wat we dra in twee kampen zouden moeten gaan sorteren. Links: zij, rechts: hij, of andersom. Maar voorlopig weigerden we beiden om de kast het toonbeeld van een beslissing te maken. Er werden vele ik-weet-het-niets gestrooid en er was tegelijkertijd de weigering te aanvaarden dat de mens het niet weet. Zij die dat wel beweren, doen maar alsof, of zijn hun eigen leugens beginnen geloven. Opgegeven te willen geloven, noemde ik hen de gezegenden. Een oranje voetbal als ornament in een woonkamer. Het klinkt allemaal zo potsierlijk nu.???

???De melk was zuur en het was te donker buiten om de huisbaas te zien. Rien ?? voir. Ik kon net als jij maar zo lang in het ongewisse blijven. Na verloop van tijd werden er antwoorden verwacht, hadden mensen nood aan een verhaallijn. Een lichaam zonder geraamte is een weekdier en nog nooit had iemand bij mijn weten om een weekdier gerouwd. Dus bouwden we aan een begin en een uitgesponnen midden dat zo lang aanhield dat het niet meer om aan te zien was en toeschouwers langzaam de zaal verlieten. ???Dit gaat nergens heen???, fluisterden ze. Zonder einde was er geen verhaal. We hadden geen keuze. Iemand zei tegen me dat ik ooit een fijne mens moet zijn geweest. Ik zag dat als een compliment.???

'Het was een tijd waarin veel met ik-weet-het-niets werd gestrooid. Voor zover ik wist, waren ze allemaal gemeend. Ze hielpen niemand vooruit. Zout in wonden die lelijk zouden helen. Het ontging niemand dat de kerstperiode eraan kwam, maar niets voelde vrolijk of gelukkig of best zoals van de wensen verwacht werd. Er moest nog steeds kunnen worden gelachen.???

???Ah, de plaag van de wederkerende herinnering. Ook dat was na verloop van tijd de kabbel. Op het terras aan de keuken keek ze naar het onkruid dat tussen de tegels woekerde en wat was de taak die ik verzuimde? Maar geen zorgen, ze giechelde. Ze was altijd zo gelukkig als ik de puntjes van haar pony wilde bijknippen. This too was de kabbel maar de vertroetelende variant. Ze vertrouwde de vertrouwdheid volledig. Mijn vingers in de benen van een schaar, langzaam duwde ik haar froufrou plat en knipte hem af van rechts naar links ter hoogte van de wenkbrauwen. Wanneer ik mijn hand bewoog, sprongen de geknipte lokken kwiek omhoog. Na afloop liep ze naar binnen. De puntjes haar op de tegels van het terras verdwenen met de wind. Niet veel later waren ze helemaal weg. Ze aanschouwde zichzelf in de spiegel vanuit alle mogelijke hoeken. Het stemde me vrolijk. Niets was nog zwart en wit in tegenstelling tot de wereld. Oh, wat had ik gewild dat het moment vervaagde. Dat het zich niet keer op keer hoefde af te spelen. Goedkope Instagramfilters van heimwee, weemoed en vermoeidheid. Het moest allemaal tijdelijk zijn en plots waren we tien jaar verder en tegelijkertijd moest het eeuwig zijn en was het nu voorbij. Opnieuw hetzelfde beeld, de onvolmaakt geknipte pony, de puntjes die verglijden op de tegels, de zuchtigheid of gebrek eraan. Wij twee. Ontroerend zolang we duurden, net zoals de herinneringen. Daarna sloegen ze kraters ter hoogte van m???n buik en van m???n hoofd. Een slachtveld.???

???Er werden duikbootjes gedronken. Ik was te veel bezig met het beantwoorden van vragen over ik weet veel wat. De afdronk van J??germeister leidde tot een niet al te onaangename oprisping. Veel kon, vrijwel alles mocht. Ik werd op handen gedragen, zij ook. In het midden van de dansvloer kusten jullie en de hele zaal applaudisseerde. De helft van hen wist niet waarom. Misschien was het volgens sommigen een onderdeel van het feest. Een act met schouders die op en neer gingen. Bij nader inzien was het ... Het was niet meer dan de kabbel.???

???In het station stonden soldaten. In shifts van acht uur wandelden ze dezelfde rondjes zoals dieren in hechtenis. Ze ontvingen blikken van mensen die tegendelen spraken. Aan de zuidelijke uitgang kregen twee schooiers een handgemeen. De verkenners grepen niet in. Orders van bovenaf. Het klonk niet als een excuus. Ook zij hadden nooit gedacht dat het hiertoe zou leiden.???

???Ik kon het lichaam voelen aftakelen. Het proces voltrok zich langzaam, het deed er jaren over, sluipend, het merendeel aan het oog onttrokken. Tot ik het gewaar werd, de gonzende lever na drinkgelag, de knie na trappenpartij, de grijze haar na tandenbrossen, de voetschimmel bij nagelknippen, de hoest volgend op inspanning. Ik kon mezelf zien verouderen, ik zag mezelf met en voor mijn eigen ogen wegkwijnen, een constante staat van paraatheid. Het was de kabbel, de niet mis te verstane kabbel.???

???Het was de avond waarop we duif aten. Zoiets was zeldzaam. Wild kende ik alleen nog in zijn meest gedomesticeerde verstedelijkte vorm, terend op kliekjes. Zo ook ik. Zondagskinderen. Haar vader had uitgebreid ge??xperimenteerd met zilveruitjes en spekjes. We roken de rozemarijn tot in de woonkamer waar de intussen overleden grootmoeder naast ons zat met bubbels en een ijdele herinnering aan onafhankelijkheid. Ook zij leed aan de kabbel. Ik dronk een glas te veel en prutste aan alles wat franjes had. Aan tafel had de volle wijn alles afgevlakt en het maal draaglijker gemaakt. Er werd gezwegen. Er woedde een onkruid door je benen. Een koudvuur dat je hart door je lichaam pompte en waar je geen raad mee wist.???

???Alles werd een verhaal toegedicht en ik maakte ogenschijnlijk triviale zaken grootser dan ze hoefden te zijn. Ik vroeg me af hoe lang dit nog zou duren. Of onder de mintgroene zwemshort ooit gewoon opnieuw een bel naar het wateroppervlak zou kunnen zweven zonder dat de gedachte rees dat die zwemshort destijds in de Decathlon gekocht was, voor een prikje, dat ik haar vroeg wat ze van de kleur vond, dat we daarbij ook een 2seconds2 tent hadden gekocht, een auto hadden geleend, een road trip hadden gemaakt, gebaad hadden in de Rijn, het Ortameer, in een azuurblauwe Middellandse Zee, in het van chloor doordrongen zwembad van je stiefmoeder. Zo scheen elk voorwerp in het licht van wat het had meegemaakt. Het kreeg een immer uitdijende geschiedenis. Het werd mens en probeerde zichzelf te begrijpen door zichzelf te verklaren. Daarna werd het werelds. Ik was 23 toen en zal dat nooit meer zijn. Het was niet meer dan een zwemshort.???

???Waar de kabbel begon, was een raadsel. Het was een eureka. Het merendeel bleef technisch hetzelfde en toch was alles plots fundamenteel anders. Er kon niets aan worden veranderd, op ingespeeld of op ingebracht. De kabbel was daar en toen en dan en allesbepalend en totaal willekeurig. Het was zowel het water in het vliegtuig als de bosbrand, het was de smeulende sigarettenstomp, het eerste droge blad en de hittegolf, het niet-rokenbord en de roker. Het was het begin van het einde en het einde van het begin. Nooit had het anders kunnen zijn want ook alles anders, was de kabbel. Er is maar ????n kabbel die niet ontoepasselijk te kabbelen valt. Zo was het ook altijd het doel van het insect om een onderdeel van de barnsteen te worden en waren ze beide voorbestemd de presse-papier te zijn die jouw uitgeprinte herinneringen bij elkaar houden. Vier jaar van mijn leven had ik ge??nvesteerd om te kunnen begrijpen waaruit eenzaamheid bestond. Het viel al bij al best mee.???

???Het was dweilen met de traan open. Ik wilde haar verbeteren maar wat deed het ertoe. Alles gebeurde opdat het moest gebeuren. We hadden seks alsof het de laatste keer ooit was. Ik dacht uitsluitend aan mezelf en voor eens niet aan hoe de ander het beleefde. Volgens mij deed zij hetzelfde. Het wierp zijn vruchten af. Toen we klaarkwamen, schurkte ze tegen mij aan. Ik zat nog steeds in haar. Hoe we daar lagen, leek het alsof ik met mijn lichaam het hare probeerde te meten. Ze was ????n meter en 76 centimeter lang.???

???In de inkomhal hing een spiegel. Ze had er de zin ???ooit heb je jezelf leuk gevonden??? opgeschreven ter herinnering aan het feit dat wij onszelf ooit leuk gevonden moeten hebben. Het had een positief effect op hoe ze de deur uitging. Iemand dierbaar zei daarnet dat ik een mooie mens was. Het was lang geleden dat ik nog zo over mezelf had nagedacht. Toch moet ik dat ooit geloofd hebben en was ik bij de herinnering eraan ook geneigd haar te geloven. In haar woorden school de belofte dat alles anders kon. Een minder melodramatische variatie op hetzelfde couplet waar paraplu plots plaatsmaakt voor parasol. Ik glimlachte. Ik heb geglimlacht. Ik glimlach. Het was slechts het begin van de kabbel.???