Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De pose van de oprechtheid. Over Rousseaus Bekentenissen

Verschenen in: Vangnet


Men zegt wel eens dat men het talent van een schrijver kan meten aan de manier waarop hij zijn werken laat beginnen, een studie van openingszinnen zou een hele cursus literaire kritiek kunnen vervangen. En inderdaad, ook de beginzin van Rousseaus Confessions (vertaald als Bekentenissen) spreekt bepaald boekdelen: ???Ik ga iets ondernemen dat nooit eerder is gedaan en dat, als het eenmaal is uitgevoerd, niet zal worden nagevolgd.??? En het gaat verder: ???Ik wil aan mijn medemensen een mens laten zien zoals hij werkelijk is en die mens, dat ben ik zelf. Enkel en alleen ik zelf. Ik ervaar mijn eigen innerlijk en ik ken de mensen. Ik ben niet gemaakt als enig ander mens die ik heb ontmoet. Ik durf zelfs te geloven dat ik niet gemaakt ben als enig ander mens ter wereld.???

Aan het woord is, overduidelijk, iemand die niet bepaald bescheiden is in zijn ambities en die nogal hoog oploopt met zijn eigen uitzonderlijkheid. Wat volgt, na deze veelbelovende aankondiging, is een egodocument van meer dan zevenhonderd bladzijden, aangevangen toen de auteur ??? de arme Jean-Jacques ??? oud en ziek in ballingschap leefde (1764) en zich het slachtoffer wist of waande van de meest onwaarschijnlijke complotten opgezet door vrienden en bekenden met het doel hem van zijn eer en faam te beroven. Deze Bekentenissen, van hun kant, moeten dan dienst doen als zelfrechtvaardigende memoires bestemd voor het nageslacht en bedoeld om deze eer in extremis toch weer te redden door een gedetailleerd en gegarandeerd oprecht verslag van ???hoe het werkelijk was???.

Vooral deze oprechtheid wordt door Rousseau tot vervelens toe beklemtoond: hij verzekert de lezer keer op keer dat hij volkomen te goeder trouw is, dat eventuele vergissingen in de weergave van de gebeurtenissen uitsluitend te wijten zijn aan zijn gebrekkige geheugen en dat zijn eigen misstappen en tekortkomingen in het verleden het gevolg waren van zwakheid en domheid, maar nooit van kwaad opzet. Het besluit over zichzelf waartoe Rousseau, in een soort goddelijke laatste oordeelsact, meent te moeten komen, is ???dat ik alles bij elkaar genomen de beste mens ben die er rondloopt???. Hij daagt de lezer zelfs uit na een gelijksoortig gewetensonderzoek te durven zeggen: ???Ik was beter dan deze mens.??? De grote eerlijkheid bij de onthulling van toch wel uitermate g??nante episoden uit het leven van de jonge of volwassen Jean-Jacques moet dan kennelijk dienst doen als een ontwapeningsstrategie of zelfs een uitdaging. Oprechtheid is nu eenmaal geloofwaardiger wanneer ze ook pijnlijke feiten onverbloemd aan het licht brengt, en de zondaar zal des te meer op begrip en vergiffenis kunnen rekenen naarmate hij zijn zonden extra in de verf zet. 


Het vervolg van deze tekst leest u in de papieren versie van DW B 2014 2.