Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De glans 7: Laatste brief aan Saskia de Jong

Auteur: Koen Peeters

Dag Saskia,

Het is nu herfst geworden en ik bekijk de foto???s van het huis in de Wilgenlaan op mijn pc.
       Ik heb hier foto???s voor me van oude poppen die nog in het huis waren. Hun naam staat achter in hun nekje geschreven, zei mijn vrouw: een oude rosse pop met Italy in de nek, en een zwarte die Belgium heette. Oude dozen van dik en vezelig karton. Schelpen, houtlijm. Oud vlechtwerk, borduurwerk, mislukt naaiwerk. Op zolder wachtten dakpannen al meer dan vijftig jaar op een storm. Een juwelenkoffertje, linten, een pillendoosje met een distelvink. Alle vegen en inktvlekjes gemaakt door een kind dat leerde schrijven op de laatste bladzijden van een groteletterboek. Plastic bloembakken, dekens, diploma???s over kennis die allang verdampt was, oude suikerzakjes, een oude thermos, en de kledingmerkjes verborgen in een kledingstuk dat intussen al was weggegooid. Het laatste gele zonlicht van de dag valt in de kamer, op het behangpapier dat binnenkort wordt afgeweekt. Mijn schoonbroer en ik reden af en aan naar het containerpark. Hout, oude metalen, steenafval, papier, zo heten de rubrieken in afval, maar op een andere manier bekeken is het ook een leven dat we onvermijdelijk weggooien. We sorteerden en stortten het afval met veel onopzettelijk lawaai. Alleen de boeken van Reader???s Digest smeet ik met plezier in de container.
       Ik keer terug naar de laatste keer toen ik terugkeerde. (Mijn geheugen onthoudt wat het de laatste keer onthield, ik vernietig daardoor mijn sporen.)
       Ik zie hoe dat huis klaar was voor de nieuwe bewoners. Er kwamen jonge mensen wonen in het huis, Birger en Kelly. Ik keek naar die jonge mensen: stralend, onbevlekt, volmaakt. Ze vertoonden alle tekenen van lente, vruchtbaarheid. Een heel nieuwe, andere glans. Hij werkte bij de vakbond, zij gaf les in het bijzonder onderwijs. Ze zouden geld lenen bij de bank. Ze keken gelukkig en onbevangen, ze verheugden zich in de kleine tuin, de bedden voor de nichtjes. Ze was zwanger maar wist het nog niet.
       Al het menselijke lawaai opschrijven, niets verbergen, eerlijk zijn en lachen en de tristesse tonen, op zoek gaan naar sporen, alles een museum noemen, en daar jazz of muzak over uitstrooien en afscheid nemen en het vernietigen. En dan ander, en beter, en altijd maar vooruit, tot wij zelf helemaal verdwenen zijn.
       Schrijf jij daarover gedichten?

Koen