Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Bestaat U?

Verschenen in: Lieve God

Lieve God,

Ik gooi deze brief aan U maar in de rode postbus op de hoek van het dorpsplein in W., U weet wel, tussen de kapper en frietkot ???Bij Paula???. Dat was de bus waarin ik als kind mijn jaarlijkse brieven aan Sinterklaas gooide, om drie weken later een brief terug te krijgen die geen antwoord was, met een postpakket waarin stalen van Nescaf??, Kellog???s, Vitabis en C??te d???Or, maar niets van wat ik had gevraagd.
      
Als U bestaat, bent U dan ook niemand anders dan de postbode zelf, en kom ik dat dan ook alleen maar veel later te weten? En is wat ik van U kreeg, in het leven waar ik U dankbaar voor moet zijn, ook niet meer dan een reclamestunt van de fabrikant van het heelal, gratis monsters zonder waarde?
      
Als U bestaat, antwoord dan maar niet. U krijgt allicht vele brieven als deze, en als U bestaat hebt U wellicht andere dingen te doen dan brieven beantwoorden.
      
Laten we zeggen: als U niet antwoordt, dan beschouw ik dat als een bewijs dat U bestaat. Alleen iemand die niet echt God was zou het in zijn hoofd halen om brieven van stervelingen te beantwoorden.
      
Dank bij voorbaat voor Uw verheven zwijgen.

Bestaat U? Als U volmaakt bent, bestaat U dan noodzakelijk, zoals filosofen in een ontologisch godsbewijs hebben menen te kunnen beweren? De idee is dat het volmaakter is te bestaan dan niet te bestaan. Vanwaar de gedachte dat een volmaakt wezen, inzake goedheid, almacht, rechtschapenheid, alwetendheid en wat al niet meer dat desondanks niet zou bestaan, geen echt volmaakt wezen kan zijn. Echte volmaaktheid houdt noodzakelijk het bestaan van het volmaakte in. Een louter gedroomde volmaaktheid kan nooit volmaakt zijn. Gesteld nu, dat wij, onvolmaakte mensen, een idee van volmaaktheid bezitten, dan moet dat noodzakelijk een idee zijn van iets wat bestaat.
      
Wat denkt U van deze redenering? Is ze volmaakt, of is ze, integendeel, menselijk, al te menselijk? U zult zich wel de boeken herinneren van Friedrich Nietzsche, de man die met de hamer Uw dood verkondigde, maar die op het eind van zijn leven, getroffen door zinsverbijstering, zijn brieven ondertekende met de naam ???De Gekruisigde???. Kruipt ook God waar Hij niet gaan kan? Of vinden wij U terug, niet alleen in het volmaakte Zijn, maar ook in het volmaakte Lijden? Bent U ook daar waar U niet bent?

      
Als God bestaat, dan is twee plus twee gelijk aan vier.

Dat is volgens de menselijke logica, die niet altijd even logisch lijkt, een geldige redenering.
      
De kunst van het redeneren heeft de mens van oudsher geobsedeerd. Niet meteen om het bestaan van God te bewijzen, maar om ziekten te achterhalen of weersvoorspellingen te doen. Als iemand koorts heeft, is hij ziek. Als iemand niest, is hij verkouden. De eerste gevolgtrekking is geldig, de tweede niet. Als het bewolkt is, komt er regen. Of als de kat zich wast tot achter haar oren. Allebei ongeldig. Geldige verbanden zijn noodzakelijke verbanden, ze moeten altijd geldig zijn en niet alleen maar nu en dan. Maar geldige redeneringen hoeven niet eens op oorzakelijke verbanden te berusten. Als de kat zich wast tot achter haar oren, is twee plus twee vier ??? is een geldige redenering, al heeft de kat niet meer te maken met wiskunde dan met het weer.
      
Hoe maak je dan uit of redeneringen logisch geldig zijn als er niet eens een causale relatie moet zijn? De logica voorziet de volgende truc: een redenering is formeel geldig wanneer de antecedens (als ???) nooit tegelijk met de negatie van de consequens (dan ???) gerealiseerd kan zijn. Koorts hebben kan niet samengaan met niet-ziek zijn. Dat is logisch. Maar om diezelfde reden geldt ook: als iemand koorts heeft, is twee plus twee vier. Koorts hebben kan namelijk niet samengaan met het niet gelijk zijn van vier aan twee plus twee. Twee plus twee is namelijk altijd en noodzakelijk gelijk aan vier. Daarom zijn alle redeneringen waarvan de consequens een feit is dat niet ontkend kan worden, noodzakelijk geldig. Als God bestaat, geeft vuur hitte. Als God niet bestaat, is water nat. Allemaal geldig.
      
Maar daarmee weten we nog niet of God bestaat. We proberen het anders.

      
Als twee plus twee gelijk is aan vijf, dan bestaat God.

Een geldige redenering. Volgens het formele criterium kan de antecedens zich niet voordoen tegelijk met de negatie van de consequens. Ditmaal echter niet omdat de consequens niet genegeerd kan worden, maar omdat de antecedens zich helemaal niet kan voordoen, en dus a fortiori niet tegelijk met om het even wat. Daarom zijn alle redeneringen waarvan de antecedens alleen maar onwaar kan zijn, noodzakelijk geldig. Alleen bewijzen we daarmee evenmin het bestaan van God, want ???Als twee plus twee gelijk is aan vijf, dan bestaat God niet???, geldt natuurlijk net zo goed. Uit het onmogelijke volgt om het even wat. Als ik een worst ben, bestaan draken. Als draken bestaan, bestaan fee??n ook. Als fee??n bestaan, ben ik geen worst.
      
???Als God bestaat, bestaat God niet.??? Gesteld dat het bestaan van God even absurd is als dat van draken, dan is dit een geldige redenering.
      
???Als God niet bestaat, bestaat God.??? Gesteld dat het bestaan van God even zeker is als het nat zijn van water, dan is dit een geldige redenering.

      
Als God bestaat, bestaat Hij noodzakelijk.

Het ontologisch godsbewijs van Anselmus van Canterbury. Bestaat God? Dat hangt er natuurlijk van af, wie of wat God is. Maar volgens Anselmus hoort het bestaan noodzakelijk tot de wezensbepaling van God zelf ??? God bestaat als het ware per definitie. God is namelijk het wezen groter dan hetwelk niet kan worden gedacht. Stel je nu het grootste wezen voor dat je je kunt voorstellen, almachtig en volmaakt, oneindig in ruimte en tijd, met onbegrensde goedheid en wijsheid ??? maar stel je voor dat het niet bestaat. Dan zou net hetzelfde wezen, met alle opgesomde eigenschappen en met de bijkomende eigenschap van wel te bestaan, toch nog altijd iets groter zijn. Het is namelijk volmaakter te bestaan dan niet te bestaan. Waaruit volgt dat de idee zelf van het Allervolmaaktste wezen ook de idee van bestaan inhoudt. Als het niet bestond was het immers niet echt volmaakt.
      
Maar wat betekent het eigenlijk, zich iets voor te stellen als bestaand dan wel als niet-bestaand? Is ???bestaan??? wel een bijkomende eigenschap van de dingen die we ons voorstellen? David Hume, die zich overigens helemaal geen voorstelling kon vormen van God, beweert van niet. Stel je bijvoorbeeld een appel voor, met alle eigenschappen die appelen hebben: groen, zuur, rond, glad, sappig (Granny Smith), en stel je vervolgens diezelfde appel voor als niet-bestaand. Zijn de eigenschappen van de appel soms plots allemaal vager (minder volmaakt) geworden? Hoe ziet een niet-bestaande appel er eigenlijk uit? Misschien hetzelfde als een niet-bestaande peer? Maar dat betekent dat we ons helemaal geen voorstelling kunnen vormen van iets als niet-bestaand. Ofwel vormen we er ons helemaal geen voorstelling van, ofwel stellen we het ons onvermijdelijk voor als bestaand.
      
Stel je een draak voor, vuurspuwend en vervaarlijk, met groene schubben, scherpe klauwen en een lange drakenstaart. En stel je vervolgens een bestaande draak voor ??? spuwt hij nu meer vuur of zijn zijn klauwen scherper? Het blijkt dat we ons de eerste draak eigenlijk al hadden voorgesteld als bestaand. Vreemd is dat: draken bestaan niet, maar we kunnen ze ons alleen maar voorstellen als bestaand. En volmaakter worden ze daardoor al helemaal niet.

      
Als God volmaakt is, bestaat Hij niet.

Al wat bestaat, is ooit ontstaan en zal ooit moeten vergaan. Eeuwig bestaan is bijgevolg een contradictio in terminis. In de orde van het bestaande is niets volmaakt: alles is altijd in groei, in bloei of in verval. Zijn is altijd in wording zijn. Het tegendeel van worden is dan ook helemaal niet, zoals vaak werd gedacht, zijn, maar niet-zijn. Alleen wat niet bestaat kan ontsnappen aan het eeuwige worden en de eeuwige vergankelijkheid. Alleen niet-zijn is onvergankelijk. Het is volmaakter niet te bestaan dan te bestaan. Als God volmaakt is, bestaat Hij niet.

      
Als God bestaat, kan Hij niet goed zijn.

Geen redenering, maar een observatie: er is te veel leed in de wereld opdat God goed zou kunnen zijn. Misschien bestaat Hij, als de eerste oorsprong van alle levensvormen, maar in geen geval kan Hij een goede herder zijn, of in geen geval een herder voor schapen en wolven tegelijk. God, als Hij bestaat, is partijdig en onmenselijk wreed, net zoals Zijn meest volmaakte schepsel de mens. Darwin daarentegen was wel goed: hij werd zozeer bewogen door zijn medeschepselen dat hij het niet aankon zijn doktersstudies voort te zetten : hij bleek te gevoelig voor het bijwonen van een operatie op een dertienjarig meisje (in de tijd voordat de anesthesie was uitgevonden). Dokter worden was overigens zijn tweede keuze. Zijn eerste was priester geweest. Zijn derde was geen keuze, en misschien daarom de goede: hij werd toevallig meegevraagd op de reis met The Beagle rond de Gal??pagoseilanden, om daar voor scheepsnatuurkundige te spelen. Een en ander viel hem op, waardoor hij op de gedachte kwam dat soorten niet los van elkaar geschapen konden zijn, zoals het boek Genesis voorhield. Maar het was niet dat wat hem zijn geloof deed verliezen: hij achtte het zelfs in principe vernuftiger van God om niet alle soorten, stuk voor stuk apart, integraal te hebben ontworpen en afgewerkt, waardoor Hij zes dagen lang bezig bleef en slechts ????n dag rust overhield. Als God daarentegen had volstaan met enkel de eenvoudigste allereerste levensvorm te cre??ren en de rest over te laten aan natuurlijke evolutiemechanismen, dan had Hij slechts een dag werk gehad en was het de rest van de week al zondag voor Hem geweest. Maar wat Darwin schokte in zijn vertrouwen in God waren de talloze voorbeelden van wreedheden waarmee hij in zijn natuuronderzoek werd geconfronteerd. Over een ervan schrijft hij aan zijn goede vriend Asa Gray: de vrouwelijke sluipwesp legt haar bevruchte eitjes in de lichamen van levende rupsen. Op zich al geen aangename ingreep ??? en zonder verdoving ???, maar wellicht van korte duur en dus te overleven. Wat volgt is echter van langere duur en leidt onafwendbaar tot de dood: de rupsen worden ??? zonder verdoving ??? van binnenuit levend opgegeten door de wespenlarven. Waarom heeft God deze dingen op die manier ontworpen? Waarom was Hij, in dit geval, goed voor de sluipwespen maar meedogenloos wreed voor de rupsen? Wat hadden de rupsen gedaan om zo???n gruwelijk lot te verdienen? Of als God, zoals ook mensen in hun geschiedenis overkomt, ???het niet had gewild??? of ???het niet had geweten???, hoe staat het dan met Zijn almacht en Zijn alwetendheid?

      
Als God bestaat, wat is het dan dat bestaat?

Wittgenstein laat opmerken dat lang niet alle woorden die een betekenis lijken te hebben, ook werkelijk een betekenis hebben. Dat leidt tot heel wat vergissingen en verwarring, vooral in de filosofie en religie, waar de dingen waarover het gaat meestal niet erg zichtbaar zijn. Uitspraken over dingen die per definitie onzichtbaar zijn, zijn per definitie betekenisloos. Bestaat de onstoffelijke, onsterfelijke ziel? Het lijkt hier om een diepzinnige, uitermate belangrijke vraag te gaan, waar de grootste denkers uit de geschiedenis lang over hebben gereflecteerd en gemediteerd. In werkelijkheid is het, aldus Wittgenstein, een onbeantwoordbare vraag, niet omdat ze zo moeilijk zou zijn, maar omdat ze geen betekenis heeft. Vragen of de ziel bestaat is niet zoals vragen of een fee of een heks bestaat. Van fee??n en heksen hebben we een mentale voorstelling waarvan we kunnen nagaan of er in werkelijkheid ook iets aan beantwoordt. Maar dat is niet het geval met zielen en goden, ondanks de illusie van het tegendeel wanneer we over deze dingen praten. Voor zover we ons w??l iets voorstellen bij de ziel of bij God, zal blijken dat we het niet echt over de ziel of God als zodanig hebben, maar over een arbitraire zintuiglijke voorstelling daarvan, die net zo goed de voorstelling van iets anders zou kunnen zijn. Ziet de ziel eruit als een kaarsvlam en God als een wolk of als een oude man met een baard? Zo opgevat bestaan ze uiteraard, maar geen enkele oude man, kaarsvlam of wolk hoeft per definitie God of de ziel te zijn. Deze laatste zijn namelijk per definitie onzichtbaar, zodat het feit dat we ze niet zien zowel een bewijs kan zijn voor hun bestaan als voor hun niet-bestaan. Stel je twee hersenspecialisten voor die samen het menselijke brein onderzoeken om na te gaan of er nu al of niet een onstoffelijke geest in zit. Zie je wel, zegt de een, dat er geen geest is. Zie je wel, concludeert de ander, dat de geest onstoffelijk is.
      
Net hetzelfde geldt voor God. De vraag ???Bestaat God???? kan alleen maar beantwoord worden via de tussenstap van een niet-onbelangrijke wedervraag: ???Wat bedoel je met ???God??????? Stel je de volgende dialoog voor tussen twee mensen van wie de een niet weet wat centauren zijn en de ander wel weet wat ze zijn, maar niet weet of ze bestaan. B: ???Bestaan centauren???? A: ???Wat zijn centauren???? B: ???Wezens die half paard half mens zijn.??? A: ???Dan bestaan centauren niet.??? Vergelijk met: A: ???Bestaan centauren???? B: ???Wat zijn centauren???? A: ???Dat weet ik niet, maar denk je dat ze bestaan????
      
God is geen centaur, maar een blauwbilgorgel. We weten niet alleen niet of Hij bestaat, we weten zelfs niet wie of wat Hij is en waaraan we Hem zouden herkennen mocht Hij bestaan. Maybe God is one of us???