Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Horrelpoot

Auteur: Eben Venter

Vertaald door Jacqueline Caenberghs

  

Op weg naar de familieboerderij Ouplaas stopt Marlouw eerst in Reddersburg en daarna in Smithfield bij het Kolonierestaurant.

Reddersburg, dit moet Reddersburg zijn. Winkels tot strak tegen de rand van de weg, flets licht dat uit venstergaten schijnt. Met mijn hand onder mijn knieholte licht ik mijn verkrampte been van het gaspedaal en zeil het dorp binnen. Ik sta stil bij een plekje dat op een buurtwinkel lijkt. Er staan mannen rond een konka (noot 1) kolen om warm te worden.
      
???Daar is de melk???, zegt de winkelier als ik ernaar vraag.
      
Longlife tetrapakken. Ik beef zo dat ik het pak niet van het rek kan optillen. Mijn hoofd rust tegen het rek, mijn handen houden het aan weerskanten vast. Hoeveel passagiers zaten er in het Rode Kruisbusje? Het was mijn schuld niet. Kakkerlakken wriemelen recht voor mij tussen de melkpakken ??? dat is het ergste niet. Niets is het ergste.
      
In het grijze licht kijk ik op naar de man achter zijn toonbank. Hij kijkt ook naar mij, maar hij zegt niets, absoluut niets.
      
Voorts liggen er op de rekken rollen enkelgelaagd toiletpapier en blikjes Bull Brand Pap & Meat, moet een nieuw product zijn. Hink naar rechts en buk om de blikjes van dichterbij te bekijken. No pork, staat onderaan op het etiket. Mijn zweet begint te ruiken. Ik stut mijn voet op een krat terwijl ik een keuze maak. Er zijn drie soorten. Ik kies degene die me het gewoonst lijkt: Beef, Mince & Gravy.
      
De man verkoopt geen blikopeners, maar hij neemt het blik van me over en snijdt het deksel met een gemonteerde bliksnijder open. ???Eet smakelijk.???
      
Uit een kamer achter de toonbank puilen snotneusjes. Ze drommen samen om de benen van hun pa en koekeloeren naar mij. Een van hen heeft een ietwat te grote kop, maar ik ben te moe en te zeer overstuur om mijn zintuigen te vertrouwen. De inspanning van de rit, het lopen vanaf de pick-up, vervolgens de trap. Is er dan nergens een zitplaats?
      
???Een vork, I need a fork, please????
      
De man gooit zijn handen in de lucht. ???Listen, this is not a hotel, my China. Your type of people! You haven???t changed have you.??? Ik hink een eindje weg, kijk om als hij roept.
      
???Al goed hoor, als je je eten hier opeet, mag je een vork van mijn vrouw. Ze vindt het vast niet erg.??? Hij schaterlacht: hij heeft de overhand, de snotneusjes lachen in koor met hem mee.
      
Een ouderwetse vork van aangeslagen zilver, min of meer schoon. Lijkt me deugdelijk. De mannen rondom de konka kijken op als ik naar buiten kom op de stoep, tegen de pilaar leun om mijn gewicht naar mijn gezonde been te verplaatsen, de trap taxeer. Ik hik net als ik ga zitten. Wacht lang, als iemand die een gebed zegt, voordat ik genoeg kracht heb om de vork in de ratjetoe van Beef, Mince & Gravy te duwen. Onder het buitenlicht ziet mijn hand eruit alsof ik geelzucht heb.
      
De mannen rond de konka zijn weer bezig met hun eigen zaken. Hondenvoer is dit, het smaakt zout en koud. Beter dan niets. De mannen hebben allemaal brede schouders en een stevige nek. Mensen die genoeg te eten krijgen. Het is iets, het is leven waar ik naar kan blijven kijken na de eindeloze, doodse weg. Een van de mannen heeft een kaart op zijn schoot opengevouwen en in het licht van een zaklamp schuift hij zijn vinger naar boven en dan naar onder. Ze praten rustig met elkaar. Elk wacht tot de ander klaar is met praten voordat hij invalt. Ik versta niet wat ze zeggen, maar hun stemmen zijn sterk water dat ze aan elkaar doorgeven: hier kunnen ze iets van maken, hier kunnen ze mee vooruit. Kijk daar, kijk hoe hun schouders zich vastberaden spannen, hoe stevig hun koppen op hun nekken staan geplant. Plotseling lijken ze in mijn ogen leiders die daar zitten en plannen maken, mensen met mogelijkheden. Ze moeten zich alleen maar opwarmen, de kaart netjes opvouwen en dan kunnen ze op gang komen.


Noot

1. Blik.


Lees meer in Ceci tuera cela