De eerste tiran op Koreaans grondgebied was een dichter. Maar zelfs in de natuur, aloud Aziatisch toevluchtsoord tegen wereldse verplichtingen, was hij op den duur niet meer zeker van zijn leven:

     Reis niet zomaar door het landschap in de schoonheid der vier
       seizoenen.
       Bewonder op afgelegen hoogten zeker ook de klare herfstmaan.
       Bij wind de grote rivier over willen steken is geen goed idee:
       Als de boot omslaat en jij in gevaar verkeert, wie redt jou dan?

De dichter had reden te vermoeden dat niemand hem voor een onverhoedse dood zou willen behoeden, al was het maar om de wijze waarop hij de natuur voor zichzelf gebruikte. Hij is de annalen ingegaan als de prins van Yonsan of, in het Koreaans, Yonsangun. Hij was echter niet louter prins: van 1494 tot 1506 was hij koning van Korea. Waar Koreaanse koningen hun uiteindelijke naam bij wijze van eretitel pas kregen toegekend na hun dood, is het veelzeggend genoeg dat de prins van Yonsan, geboren onder de naam Yi Yung, de enige Koreaanse koning is die altijd prins is moeten blijven heten.


Lees meer in Diclit