Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

De laatste hartcultuur? Over de plaats van het hart in de islam

Verschenen in: Een spier van goud


De islam is de enige wereldreligie die zich aan het begin van de eenentwintigste eeuw snel in verschillende werelddelen verspreidt, vooral in Afrika en grote delen van Azi??, maar ook in Europa, hoofdzakelijk ten gevolge van de grootschalige immigratie uit moslimlanden. De historische verklaring voor deze expansie is deels politiek, nu niet minder dan in de dagen van Mohammed. De islam kan zich er op dit moment op beroepen dat zij aan de kant van de onderdrukten staat en dus de rechtvaardigheid vertegenwoordigt; zo legitimeert zij de uitbarstingen van heilige woede over de hedendaagse politieke situatie. Want wie zijn hart volgt, die volgt Gods wet, daar de gloed van het hart van goddelijke oorsprong is, zoals de islam stelt. Wie de stem van God gehoorzaamt, heeft geen verdere legitimatie nodig. De hoge waarde van emoties in de Arabische cultuur is een van de redenen voor de uitbreiding van fundamentalisme en religieus gemotiveerd geweld in de hedendaagse islam; het Westen houdt hiermee te weinig rekening.

In de islam is het hart zo belangrijk in emotioneel, intellectueel en met name in spiritueel opzicht, dat deze leer en dientengevolge de gehele Arabische cultuur gekarakteriseerd kan worden als de belangrijkste, daarbij misschien de laatste nog vitale, hartcultuur. Want in de islam is het hart niet alleen een metafoor, maar een objectief orgaan voor gevoel, intu??tie en leren, voor inspiratie, openbaring en goddelijk inzicht. Dit onderscheidt de islam van het christendom, waar het hart volledig ondergeschikt is aan de ziel en niet meer voorstelt dan een symbool ??? ????n uit vele ??? voor ziel en gevoelsleven.
       In de visie van de islam duurt, anders dan in het christendom, het scheppingsproces nog steeds voort, en God heeft actief deel aan het geschapene, en dus ook aan de mens. En het is speciaal in het hart dat de mens God kan ontmoeten, dat wil zeggen als hij zich openstelt voor de goddelijke kracht waarmee hij zelf is toegerust. Daarom wordt gezegd dat God dichter bij het individu staat dat het individu bij zichzelf: ???dichter bij hem dan zijn eigen halsslagader???, zoals de Koran zegt.
       De basis voor de centrale positie van het hart in de islam is het sterke element van openbaring, epifanie en godsverschijning in het leven en de leer van Mohammed. De islam is een openbaringsreligie, rechtstreeks gegrondvest op de openbaringen die Mohammed (ca. 570-632) gedurende een aantal jaar ontving. Hierom wordt Mohammed een profeet genoemd. Zijn missie begon met een aantal extatische ervaringen van visuele en vooral ook auditieve aard. Profeten en engelen, met name de aartsengel Gabri??l, verschenen aan Mohammed. In een droom fluisterde Gabri??l hem Gods bevel in: ???Lees!???, dat wil zeggen, lees en verkondig het heilige woord. Deze openbaring zou de kern van zijn leer worden. Toen hij uit zijn droom ontwaakte, was het of er iets in zijn hart was geschreven. Om deze reden is het hart de boodschapper voor Gods woord en geest.
       Binnen de Arabische cultuur is het voornamelijk het soefisme dat het concept van het hart heeft ontwikkeld tot een afzonderlijke doctrine en een bijzondere intellectuele praktijk. Religie en po??zie kwamen samen in deze stroming, die een cruciaal accent legt op de kwaliteiten van het hart.

De wijsheid van het hart en het hart van de wijsheid in het soefisme

Wie wil schrijven over de geheime doctrine van een vreemde cultuur (als het soefisme) bevindt zich in de positie van een automonteur die de kwantummechanica wil uitleggen. Elke uitspraak over het soefisme is in principe een tegenspraak, want het gaat met nadruk om een esoterische, bij uitstek innerlijke leer waaraan het exoterische (uiterlijke) in essentie vreemd is. Het soefisme is geen theorie over het innerlijk, maar een praktijk die uitsluitend in het innerlijk wordt uitgeoefend, en dus onmogelijk in gewone taal is te beschrijven zonder dat zij van karakter verandert. De binnenste ruimte is niet toegankelijk voor oningewijden en onwaardigen. Dit geldt in wezen voor alle vormen van mystiek, onafhankelijk van culturele achtergronden, maar in de islammystiek gaat deze elitaire exclusiviteit rechtstreeks terug op Mohammed; zij vindt haar rechtvaardiging in zijn doctrine, het esoterische inzicht dat hij rechtstreeks van God ontving. Het is met name de sjia ??? de gnosis van de islam ??? die de nadruk legt op het esoterische aspect van Mohammeds doctrine en de noodzaak tot persoonlijke of innerlijke interpretatie hiervan. De belangrijkste richting binnen de islam daarentegen, de soenna, baseert zich op de conventionele uitleg van de Koran. Om die reden beschuldigden de soennieten de soefi???s ervan, sjiieten te zijn.
       De moslims beweren dus niet dat hun heilige schrift de gehele waarheid bevat. Er is een waarheid dieper dan de waarheid die de Koran verkondigt. De soefi???s zoeken in een levenslang leer- en beschavingsproces en door meditatieve verdieping en transcendentie naar de meest innerlijke, uiteindelijke waarheid, die elke andere waarheid in zich opneemt. Geen religieuze gemeenschap zoekt zo compromisloos naar de waarheid als het soefisme. Een soefi kan huis en haard, vrouw en kind verlaten als de inspiratie over hem vaardig wordt en hij zich geroepen voelt de weg van de waarheid en de verlossing in te slaan. Soefi???s zijn nomaden.
       Een soefi zoekt niet de verlichting zonder meer, maar ook de bron daarvan, om zelf het licht te worden. Hij wil niet het ???ego???, in onze individualistische opvatting daarvan, versterken, maar het zelf, voorbij eigenbelang, uiterlijke behoefte en begeerte. Het ego is daarbij zijn grootste struikelblok. De soefi zoekt het leven dat het leven en het zelf schraagt, de scheppende kracht die het individu zijn integriteit geeft; het alomvattende principe waarmee het zelf wil samenvallen en waarin het wil oplossen ??? in een woord: Liefde.
       Liefde is niet alleen de kosmische kracht die alles heeft geschapen, en dus een synoniem voor God. Liefde is ook het allerinnerlijkste van de mens, dat wat de duisternis en het bestaan verlicht en de soefi de weg wijst naar zijn eerste en uiteindelijke doel. Alleen de liefde is een doel op zich, want de liefde is God en God is liefde. Het soefisme wordt op die manier een actieve verhouding tussen een minnaar en zijn geliefde. Alleen hij die liefheeft, en de liefde zelf bemint, kan God bereiken, die zichzelf openbaart in het hart van wie hem liefheeft. Daarom kan wie liefheeft, ????n worden met God. De eenwording met God is het doel; de weg is de liefde. Het pad voert naar binnen, want de liefde woont volstrekt concreet en fysiek in het hart. Daarvandaan stroomt zij uit en maakt verbondenheid en opgang van het individu mogelijk.
       De antropologische basis voor het soefisme lijkt universeel te zijn ??? het hart dat tot het hart spreekt. Hiervoor zijn geen woorden nodig. Maar de soefi???s gaan dieper en zoeken het ???hart des harten???, dat wil zeggen de eenheid met God. Met dat oogmerk ontwikkelden zij een ???wetenschap van het hart???. Eenheid is daarin de niet verder te reduceren essentie, waarvan de zichtbare wereld zich heeft verwijderd. Deze eenwording met God was ook het uitgangspunt van de grote mysticus al-Halladj uit de eerste klassieke periode van het soefisme, die duurde van de achtste tot de tiende eeuw.
       Al-Halladj (867-922) was de eerste die de nadruk legde op de liefde als enerzijds voorwaarde voor, anderzijds weg naar het ervaren van God. Hij was ook een van de eersten die de esoterische leer in het openbaar, exoterisch, verkondigde. Dit leidde tot een breuk met de meer traditiegetrouwe soefi???s en spoedig hierop ook met de rechterlijke en wereldlijke autoriteiten. Enkele van zijn leerstellingen wijzen op verwantschap met de filosofie van de late oudheid en die van Plotinus. (Zoals bekend wortelt de Europese mystiek evenals de Arabische in de late oudheid, toen een aantal extatische en mystieke bewegingen ongeveer tegelijkertijd opkwamen. Naast Plotinus??? doctrine van de unio mystica maakten maniche??stische tendensen opgang; ook zij hadden, evenals het gnosticisme, een mystieke kant. Het is interessant te bedenken dat dit het intellectuele klimaat was waarin Augustinus opgroeide. Wat deze bewegingen gemeen hebben, is een negatieve visie op het lichaam. Voor de Neoplatonici was het de graftombe van de ziel, vervaardigd uit een moreel inferieure materie. Veel Arabische asceten en mystici zagen in het lichaam niet meer dan het aardse omhulsel van de ziel, dat wil zeggen iets oppervlakkigs en minderwaardigs in vergelijking met wat zich daarbinnen bevond. Mohammed en de Koran geven een minder negatief beeld van het lichaam en van de erotiek.)

Al-Halladj noemde het lichaam zijn aardse omhulsel, en zijn ziel zocht het innerlijke licht in de duisternis. In een staat van extase riep hij de beroemde woorden: ???Ik ben de Waarheid??? (dat wil zeggen: God). Dit werd gezien als blasfemie en ketterij; niet lang hierna werd al-Halladj gearresteerd en ter dood veroordeeld. In 922 werd hij gegeseld, gemarteld, gekruisigd, onthoofd en vervolgens verbrand. Zijn martelaarschap en zijn compromisloos optreden deden het nodige voor de verspreiding van zijn leer, hoewel de soefi???s er voortaan voor zorgden botsingen met de offici??le theologie en jurisprudentie te vermijden. Veel van de latere soefi???s baseerden zich op al-Halladj en zijn woorden over het hart. Een voorbeeld:

       Ik zag mijn heer met het oog van het hart.
       En ik vroeg: wie zijt Gij?
       Hij sprak: Uzelf.


Deze eenwording in identificatie met God geeft uitdrukking aan de gedachte dat de mens zelf goddelijk is door de liefde die hij heeft ontvangen. God is daarom voor de soefi???s en in de islam niet uitsluitend transcendentaal. Hij bestaat ook in deze wereld, achter vele sluiers verborgen in een duisternis die alleen verlicht kan worden door de zuivere en absolute liefde, wanneer namelijk het goddelijke zich openbaart ??? als liefde. Dit alles vindt plaats in en door het hart. Het hart is tot op grote hoogte synoniem met de ziel. God openbaart zich in het hart van wie hem liefheeft. Dit verklaart waarom het hart in de islam en het soefisme een objectief en wezenlijk gegeven is en niet uitsluitend een metafoor.

Bij de Andalusische mysticus en dichter Ibn Arabi (1165-1240) is het hart de zetel van de innerlijke scheppende kracht, de verbeelding; het zet idee??n om in beelden. Het is een orgaan voor zintuiglijke en geestelijke perceptie en kan niet van het fysieke hart worden onderscheiden:
      
       Bij Ibn Arabi is het hart (qualb), zoals in het Soefisme in het algemeen, een
       orgaan dat zorgt voor ware kennis, intu??tief inzicht en godsbegrip (ma???rifa)
       en dat tevens de goddelijke mysteri??n in het leven roept: kortom, het orgaan
       voor alles dat valt onder het begrip ???esoterische wetenschap??? [???]. Het hart
       van de gnosticus is het ???oog???, het orgaan waardoor God zichzelf kent, zich
       aan zichzelf openbaart in de gestalte van zijn epifanie??n.1


De bron van deze goddelijke verbeelding heet in het Arabisch himma, een complex begrip, dat vertaald kan worden met ???scheppingskracht van het hart???. Het bijzondere aan de beelden uit de himma is, dat zij niet zijn te reduceren tot subjectieve ervaringen of ???beelden op zich???. Het zijn levende beelden en als zodanig te vergelijken met de stem van de demon die Socrates bezocht, een objectieve grootheid waarvoor het uitverkoren individu als medium dient. Wanneer de himma eenmaal de beelden heeft ontvangen en ontwikkeld, dan bestaan ze ook buiten de contemplatieve verbeelding die ze heeft doorgegeven. Wat in deze beelden is waargenomen, wordt dus niet gezien als een subjectieve grootheid, maar als objectief en re??el: dat wat zorgt voor geestelijk leven en het kracht geeft. De himma van het hart is een visionair en bespiegelend orgaan; het spiegelt en openbaart de bronnen van de inspiratie zowel als de verschillende niveaus, van materieel tot goddelijk, waarop het bestaan zich beweegt (cf. het neoplatonisme en het gnosticisme).

De hedendaagse westerling kan zich het hart moeilijk voorstellen als intelligent, beschouwelijk en actief scheppend van aard; voor ons is het het brein dat dit soort functies en vaardigheden bezit. Maar de inzichten en beelden waartoe het hart inspireert zijn talrijk en vari??ren met de cultuur en de context waarbinnen ze zijn ontstaan. Het feit dat verschillende beelden kunnen leiden tot uiteenlopende parallelle imaginaire universums, elk met zijn eigen waarheid of validiteit, zou ons toleranter moeten maken. We kunnen veel leren van Ibn Arabi, die in een multicultureel Europa de volgende strofe schreef:

       Mijn hart neemt elke vorm aan die het wil:
       klooster voor monniken, afgodstempel,
       gazellenwei, Kaaba der pelgrims naar Mekka,
       tafelen der Tora, Koran:
       Ik volg de religie der liefde, waarheen ook
       Uw karavaan trekt, daarheen beweeg ik mij!2


Voor zover het hart een antropologische constante is, zoals Sigrid Undset stelt, is het dat als een open communicatiekanaal. Omdat, in de woorden van Ibn Arabi, het hart openstaat voor alle vormen, wordt het onder meer bezocht door een veelheid aan modieuze ideologische stromingen ??? religieus zowel als politiek ??? en kan het vol vooroordelen raken en zich afsluiten voor contact met de ander, de vreemde. Op het moment dat er geen ruimte meer is voor een rechtstreekse vraag en een persoonlijk antwoord, sterft het hart en daarmee de open dialoog, die wordt gestuurd door een onafgebroken dialectiek van vraag en antwoord. Want alleen het individu heeft een hart, niet de groep of de gemeenschap, hoe sterk ook de gemeenschappelijke gevoelens en hartstochten zijn die de leden van de groep emotioneel aan elkaar binden. Maar wanneer de groepsemotie het contact met de buitenwereld afwijst en de ander tot vijand bestempelt, ontbreekt de alomvattende goddelijke gloed uit Ibn Arabi???s geschriften, die het hart vervult. In plaats daarvan komt een vurige gefixeerdheid, die wereldlijke aangelegenheden met goddelijke inspiratie verwart. Ibn Arabi???s open houding is kenmerkend voor een alternatieve stem binnen de Arabische cultuur en vormt een prikkel voor de hedendaagse moslimgemeenschappen in het Westen en het Oosten die ertoe neigen zich te isoleren in een collectivistische, eendimensionale mentaliteit.
       Ibn Arabi formuleert op po??tische wijze een hoofdgedachte van mijn boek: het hart is een beeld van of een symbool voor iets wat staat tussen de fysieke emoties en de taal, een beeld dat naar willekeur met betekenis kan worden gevuld en als al het menselijke ??? ook dat wat wij zien als goddelijk ??? een constructie is van de menselijke geest. Geen cultuur weet beter dan de Arabische dat het goddelijke zelf ??? verborgen achter duizend sluiers ??? niet toegankelijk is voor de mens en niet kan worden uitgedrukt. Op het moment dat we proberen uitdrukking te geven aan het goddelijke, komt alleen iets beperkts en menselijks tot uitdrukking. Alles verg??ngliche ist nur ein Gleichnis, schreef Goethe, geheel in de geest van de Arabische denktrant. Politieke activisten en fundamentalisten die zeggen een heilige oorlog te voeren en de marteldood te sterven, zijn in wezen blasfemisch, want niemand behalve God (die bestaat of niet bestaat) kan beslissen wie gespaard zal worden en wie niet, en wie zal gaan naar dat wat wij beschrijven als hemel of hel: niets dan metaforen voor wat anders is dan een mens zich ooit kan voorstellen, totaliter aliter, zoals het in de middeleeuwen luidde.
       De woorden van deze islamitische denker kunnen dienen als een oproep tot tolerantie in een tijd waarin sterke krachten de communicatie tussen westerse, Joodse en Arabische culturen bemoeilijken.

De invloed van de Arabische op de westerse cultuur

Na de ondergang van het Romeinse Rijk zijn het, zoals bekend, de Arabieren geweest die de Griekse filosofie en wetenschap hebben bewaard en verder ontwikkeld. Grote middelaars en filosofen waren onder anderen Ibn Sina of Avicenna (980-1037) en Ibn Rushd of Averro??s (1126-98). Aristoteles??? positie als de grootste filosoof van de christelijke hoge middeleeuwen berust in hoofdzaak op Averro??s??? vertalingen van en commentaren bij zijn werk.
       De Arabische cultuur was niet alleen een doorgeefluik voor de filosofie en wetenschap van de oudheid; ze leverde ook belangrijke eigen bijdragen aan de Europese cultuur. De Arabische mystiek werd op deze manier doorgegeven, evenals de alchemie. Een invloed die aan te wijzen is tot in de late renaissance, toen de mystiek en de alchemie op zichzelf staande geestelijke bewegingen waren, gewoonlijk gelieerd aan de sophia-traditie. Deze traditie, die wortelde in het gnosticisme en de laatantieke mystiek, legde de oorsprong van alle kennis, en dus ook van alle filosofie, letterlijk in het hart. Sophia, de wijsheid, werd gezien als de vrucht van het hart en allegorisch voorgesteld als een bloem die uit het hart tevoorschijn bloeide, of als een in het hart ontspringende bron, waaruit men kon drinken. Roos en bloem waren ook in de Arabische en soefikunst belangrijke hartsymbolen.
       Het zuiden van Spanje was in zijn moslimdagen een belangrijke pleisterplaats voor de antieke cultuur op doorreis naar Europa. De islamcultuur had sterke wortels in Zuid-Spanje of Andalusi??, dat moslimgebied was tot ver in de dertiende eeuw, toen het Moorse regime langzaam maar zeker moest wijken voor de christelijke reconquista. Maar het Arabische Granada, met zijn bloeiende kunst en cultuur, bleef bestaan tot de sultan zich in 1491 overgaf aan de troepen van Ferdinand en Isabella.
        Het Arabische Andalusi?? was een hoogtepunt niet alleen van de islamitische, maar ook van de Europese cultuur. C??rdoba, waar onder anderen Averro??s woonde, had vermoedelijk van alle Europese steden van die tijd het rijkste geestesleven. Hier beleefde de Griekse oudheid een renaissance ??? eeuwen voor de rest van Zuid-Europa. Maar het waren niet alleen impulsen uit de Griekse filosofie en wetenschap, mystiek en alchemie die via Andalusi?? hun weg naar Europa vonden. Minstens even belangrijk was de Arabische invloed op mentaliteit en gevoelsleven die, via de nieuwe Andalusische liefdesidealen, uit Occitani?? (Zuid-Frankrijk) tot Europa doordrong in de vorm van troubadourspo??zie.
       De Arabieren zijn met de Grieken de meest verfijnde minnaars uit de Europese cultuurgeschiedenis. Iedereen kent de sfeer uit de speelse en suggestieve verhalen van Duizend-en-een-nacht. De nacht was de tijd van de gewaagde erotische avonturen. Humor, gesprekken vol subtiele dubbelzinnigheid, muziek en mystiek, voedsel en esthetisch genot: dat alles was onderdeel van de Arabische liefdeskunst. In zijde gehulde, gesluierde vrouwen en schaars geklede buikdanseressen zijn van die traditie de uiterlijke clich??s. Het spel met de sluiers demonstreert overigens treffend het verschil tussen de Europese en de Arabische cultuur. Wij zien onthulling als een deugd; voor de Arabieren is verhulling een kunst en een deugd. Zij houden van bedekken, wij van ontbloten.
       De liefdespo??zie bloeide in de wereld van de vroege islam. De vrouwen uit de hoogste klassen omgaven zich met pluimstrijkende muzikanten en zingende dichters. ???Wie de hartstocht der liefde niet kent, stelt niets voor???, verkondigde de lyrische dichter al Abbas uit Basra (Ibn al-Ahnaf, de hofdichter van kalief Haroen al Rasjid). Hier zien wij de voorloper van de troubadours. Het woord ???troubadour??? komt vermoedelijk van het Arabische tarab, muziek. De eerste Occitaanse troubadour, Guillaume d???Aquitaine, kwam wellicht niet enkel om te vechten naar Zuid-Spanje. Zijn interpretatie van het begrip ???liefde??? is waarschijnlijk be??nvloed door de dichter-filosoof Ibn Hazm (gestorven in 1064) uit C??rdoba en diens beroemde verzameling gedichten De ring van de duif. Ondanks ??? of misschien juist vanwege ??? een onbeantwoorde liefde bezong Hazm de erotiek in al haar facetten. Tegelijkertijd wilde hij de liefde verheffen tot hoogste goed in het leven, het onvoorwaardelijke verbond dat wij uit de romantiek kennen. De verwantschap in ideaal en symboliek zal de meeste lezers van de po??zie uit deze twee hartculturen onmiddellijk opvallen.
Er is nog steeds te weinig bekend over de mate waarin de Arabische cultuur vanuit Zuid-Spanje heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van kernelementen binnen de Europese cultuur. Geen idee??nhistoricus zal het belang van Averro??s en andere Arabische filosofen en geleerden bestrijden, maar wat de Arabische leer van het hart precies voor de Europese hartcultuur heeft betekend, is nog nauwelijks onderzocht. Dat geldt ook voor de invloed van het soefisme. De wegen van de geschiedenis zijn dikwijls ondoorgrondelijk en paradoxaal en het vlindereffect speelt ook hier; kleine oorzaken kunnen grote gevolgen hebben en een enkel woord kan een zaad zaaien waaruit een hele cultuur groeit. Dit is met name het geval voor de culturen van het woord, zoals de Arabische islam- en de Europese christelijke cultuur; juist zoals de Koran zonder de Bijbel niet had kunnen ontstaan, zou ook de Europese cultuur los van Arabische invloeden nooit zijn geworden wat zij vandaag is.


Eva Gerlach koos als tussentekst de Duitse respectievelijk Engelse vertaling van het Noorse boek van Ole Martin H??ystad: Kulturgeschichte des Herzens. Von der Antike bis zur Gegenwart. B??hlau Verlag, K??ln/Weimar/Wien, 2006; A History of the Heart. Reaktion, London, 2007.


Noten

1. Henry Corbin, L'imagination cr??atrice dans le soufisme d'Ibn 'Arab??. Flammarion, Paris, 1958. [Eigen vertaling.]
2. Annemarie Schimmel, G??rten der Erkenntnis. Das Buch der vierzig Sufi-Meister. Diederichs Gelbe Reihe, M??nchen, 1982. [Eigen vertaling.]

Voor een uitgebreide beschrijving van H??ystads boek, dat deze maand in de Engelse vertaling van John Irons verschijnt, zie: www.press.uchicago.edu/cgi-bin/hfs.cgi/00/226357.ctl.

?? Vertaling: Eva Gerlach