Op deze pagina's is het archief van DW B terug te vinden. Voor de actuele website ga naar: http://www.dwb.be

Tegenlicht: verdwijnen in een kunstwerk

Zes factories
Tegenlicht is een zesdelig cross-overproject van het literaire tijdschrift DW B, ondersteund door Cera, vertegenwoordigd door Germain Vantieghem en Lies Daenen. Het project vloeit inhoudelijk voort uit de visie die DW B heeft op de kunsten en de staat van verwondering waarin het tijdschrift elk van de kunstdisciplines wil brengen. Tegenlicht wil concreet een toenadering en ultiem een samenwerking tot stand brengen tussen kunstenaars en schrijvers. Het uitgangspunt van elke factory wordt gevormd door de kunstenaars, enerzijds de protagonist (een befaamde kunstenaar uit de Ceracollectie) wiens werk wordt ontsloten, anderzijds de antagonist, een jonge kunstenaar die samen met een schrijver dat werk tegen het licht houdt en erover reflecteert en het als de aanleiding beschouwt voor een nieuwe creatie of de vernieuwde inzet van bestaand werk. De schrijver handelt ook creatief, met nieuwe teksten, maar kan zich eveneens op een metaniveau positioneren en zo een reflectie verwoorden op het samenwerkingsproces.
       De schrijver en de antagonist vormen een samenwerkingscel, het engagement vertrekt minimaal vanuit het gezamenlijke aspect van de zoektocht naar de mogelijkheden van die samenwerking en leidt zo tot reflectie en creatie. De neerslag van de samenwerking bevindt zich afwisselend in een papieren drager (een themanummer van DW B) en een virtuele (www.tegenlicht.org). Het virtuele luik ??? opgebouwd door webmaster Emanuel Maes ??? is ook voor de factories die zich op papier ontwikkelen van groot belang. Het vormt de tweede pijler van het cross-overproject, niet een doorslagje van wat al op papier verschijnt, maar een nieuw spoor van het werkproces. De website moet een andere, op het medium ge??nte visie vertolken op het concept van de samenwerking.

De samenwerkingscellen

2007
Factory #1
Philippe Van Snick (protagonist)
Pieter Vermeersch  (antagonist)
Saskia de Coster (schrijver)

Factory #2
Jacques Charlier (protagonist)
Sven Augustijnen (antagonist)
Koen Peeters (schrijver)

2008
Factory #3
Honor?? ?????O (protagonist)
Sylvie Macias Diaz (antagonist)
Elma van Haren (schrijver)

Factory #4
Narcisse Tordoir (protagonist)
Koenraad Dedobbeleer (antagonist)
Peter Holvoet-Hansen (schrijver)

2009
Factory #5
Ann Veronica Janssens (protagonist)
Nico Dockx (antagonist)
Erik Spinoy (schrijver)

Factory #6
Jacques Liz??ne (protagonist)
Gert Robijns (antagonist)
Peter Verhelst (schrijver)

Tegenlicht in het S.M.A.K.
Het project Tegenlicht wordt vanuit het literaire tijdschrift DW B naar een ander niveau getild. Eerst gaf Luk Lambrecht de factories vorm, nadien werd Luc Derycke, vormgever en curator van DW B, de sleutelfiguur in de overdracht van wat tot nu toe een papieren en virtueel project was naar een museale context. Luc Derycke is, samen met Thomas Caron, curator van de overzichtstentoonstelling Tegenlicht in het Gentse S.M.A.K. van 11 september tot en met 21 november 2010. Aan die tentoonstelling wordt een happening gekoppeld op 10 september 2010 (20.30 u.). Het werk dat in de schoot van het tijdschrift tot stand kwam, had ??? door de dynamische werking van het project ??? meermaals de identiteit van een work in progress, mede door de papieren en virtuele identiteit. De kunstenaar die zich begeeft op het territorium van de schrijver hanteert een ander perspectief. Door de rollen om te keren, en de schrijvers binnen te brengen in een museale context wordt de wisselwerking weer in evenwicht gebracht.
       De rode draad doorheen het hele project waren de zeer gesmaakte toonmomenten waarop het artistieke duo een muurschildering, videomontage of installatie cre??erde, of een muziekstuk componeerde. Die toonmomenten willen we dan ook in het S.M.A.K. tot hun recht laten komen in een happening die volop inspeelt op het multimediale, crossdisciplinaire karakter van Tegenlicht. Curatoren van de avond zijn Saskia de Coster en Building Transmissions. Kurt Snoekx, redactiesecretaris van DW B, co??rdineert. Het programma zal bestaan uit een radio-uitzending, waarin door andere kunsten besmette literaire bijdragen elkaar zullen opvolgen.

Inzet
Niet toevallig botst de bezoeker van de expositie in het S.M.A.K. steeds op muren,  komt hij in impasses terecht, en ziet de kunstwerkjes en teksten op de door Koenraad Dedobbeleer ontworpen tafel aan de foute kant. Op die wijze voelt de bezoeker de fricties tussen kunst en literatuur aan den lijve.
       Moet de trage, tot inspanning nopende taal het niet steeds afleggen tegen de bliksemende kracht van het beeld? Is cross-over daardoor niet gedoemd om te mislukken? Ik verwijs naar mijn inleiding tot een vorig cross-overproject van DW B: De XXIII. Een kunstwerk bestaat niet zonder de reacties van wie kijkt. Zo zijn we bij Maurice Blanchots epifanie gearriveerd, en zijn onvolprezen inleiding ???Qu'en est-il de la critique???? tot de tweede editie van zijn boek Lautr??amont et Sade (1963). Blanchot noemt de tekst van de criticus en essayist een resonantieruimte waarin voor een ogenblik het mysterie van de roman en het kunstwerk weerklinkt. Hoe bescheiden die teksten ook mogen lijken, ze maken deel uit van het oeuvre dat ze tot leven wekken, in een moment van epifanie. Zonder de blik van de lezer en de kijker en de teksten die hij schrijft over wat hij leest en ziet, zouden de werken eenvoudig niet bestaan, tenzij virtueel, als mogelijkheidsmachines.
       We botsen op een paradox, die Maurice Blanchot behandelt in zijn essay ???Le regard d???Orph??e??? uit L???espace litt??raire (1955). Het gaat om een erg interessante interpretatie van de mythe van Orpheus en Eurydice, die de traditionele visie ondermijnt. Die zegt dat zanger en citerspeler Orpheus met zijn goddelijke kunst mensen, dieren en natuur in zijn ban houdt. Door zijn liefderijke gezangen onttrekt hij zelfs Eurydice uit het dodenrijk, maar voor ze dat rijk hebben verlaten kijkt hij overmand door tederheid om, waardoor zij voorgoed in de Hades verdwijnt. Orpheus is ontroostbaar. Maar hoe ziet Blanchot Orpheus??? blik?
       De afdaling van Orpheus naar Eurydice is een tocht naar ???het uiterste dat de kunst kan bereiken???. Zijn verboden blik achterom betekent zijn val, het terugwijken van Eurydice in de schaduw en het vernietigen van het kunstwerk dat ze is. De blik bestemt Orpheus ertoe alles te verliezen, zonder dat er iets in de plaats komt. Of toch? Want Orpheus kan niet niet kijken. Door niet te kijken zou hij zichzelf verraden, ontrouw worden ???aan de mateloze en stoutmoedige kracht die hem beweegt???. Zijn ongeduldige en onduldbare blik ontstaat uit een verlangen dat de wet negeert en vergeet. Dat verlangen noemt Blanchot inspiratie. Orpheus??? verboden blik is ook een inspirerende blik, die Eurydice laat leven in de volheid van de dood, die het kunstwerk maakt door het te laten verdwijnen. De vernietiging van het artefact bevrijdt het sacrale dat erin ligt opgeslagen. Het is zijn kommerloze, lichte, onschuldige blik die ???het sacrale aan zichzelf geeft, aan de vrijheid van zijn wezen, aan zijn wezen dat vrijheid is???. Het ontploffende kunstwerk vervult ons verlangen naar een moment van epifanie. Nu het onzichtbaar is geworden, zien we opnieuw de oorsprong ervan, wat voorafgaat aan ordening en structurering. Zo gezien ontstaat het kunstwerk pas echt als het verdwijnt. We worden meegezogen door het verlangen om te verdwijnen in een kunstwerk dat daardoor zichzelf vernietigt. Kijken doet verdwijnen, maar als het niet bekeken wordt, heeft het artefact nooit bestaan.

Geen licht zonder tegenlicht. Geen kunst zonder literatuur.

Hugo Bousset